Examples of using "Jewelry" in a sentence and their dutch translations:
Ze is juwelen aan het kopen bij een juwelier.
Sommige mannen dragen sieraden.
Ik heb nooit sieraden gekocht.
als juwelen en als versiering.
- De juwelenwinkel is open.
- De juwelier is open.
Ik draag mijn zilveren sieraden.
Herken je een van deze juwelen?
Een dief heeft ingebroken en is aan de haal gegaan met al mijn juwelen.