Examples of using "Buying" in a sentence and their dutch translations:
Jullie kopen.
Ze koopt eten.
Tom koopt.
Ik koop brood.
We kopen filmkaartjes.
Ik ga cadeautjes kopen wanneer ik daar zin in heb,
Tom koopt brood.
- Ik ben aan het kopen.
- Ik ben bezig met aankopen.
- Ik ben boodschappen aan het doen.
We kopen filmkaartjes.
Ze koopt eten.
Ik betaal wel.
We kopen.
Ik koop snoep en koekjes.
Hij koopt een oude hoed.
Ik koop fruit en chocolade.
Hij koopt een oude hoed.
Ik geloof er nog altijd niets van.
Hij kocht een paar schoenen.
Hij koopt een oude hoed.
Hoeveel bloemen koop je?
Jane heeft het dan toch maar niet gekocht.
We overwegen nieuwe meubels te kopen.
in het museum om planetariumtickets te kopen
Vandaag is het dinsdag. Ik ben vissen aan het kopen.
Ze koopt boeken in de boekwinkel.
Ze kopen groenten in de supermarkt.
Ze koopt brood.
- Ik kan me niet veroorloven een tweedehands auto te kopen.
- Ik kan me niet permitteren een tweedehandsauto te kopen.
Ze koopt een stuk speelgoed voor haar kind.
Jij bent degene die suggereerde deze computer te kopen.
Ze is juwelen aan het kopen bij een juwelier.
Tom denkt ervan een nieuw huis te kopen.
Tom koopt toch wat we nodig hebben?
We overwegen nieuwe meubels te kopen.
Ze is een taart aan het kopen in de bakkerij.
Tom gaat een rondje geven.
Ik koop een nieuwe auto.
U kocht brood.
Ik heb het idee om een huis te kopen laten vallen.
Ik koop een ladder bij de bouwmarkt.
Wie koopt er?
De man is prachtige rozen voor zijn vrouw aan het kopen.
betekent niet meer automatisch dat ik cadeautjes ga kopen, OK?
Verspil je geld niet door dingen te kopen die je niet nodig hebt.
Ik koop briefpapier, postzegels en papieren zakdoekjes.
Hij controleerde de duurzaamheid van het huis voordat hij het kocht.
Ze gaat haar vader overhalen een nieuwe auto te kopen.
Hij heeft geen geld voor een nieuwe auto.
Ze heeft geen geld voor een nieuwe auto.
Ik had dat elektrisch scheerapparaat moeten proberen voordat ik het kocht.
Tom speelt met het idee om dat oude restaurant in de Parkstraat te kopen.
Hoeveel bloemen koop je?
"Ik ben in een Armaniwinkel een pak aan het kopen, natuurlijk," antwoordde Dima.
- Jane heeft het dan toch maar niet gekocht.
- Ten slotte heeft Jane het niet gekocht.
Ik ga een nieuwe auto kopen.
Hij vergat dat hij een cadeau voor haar had gekocht.
Ik kan me niet permitteren een tweedehandsauto te kopen.
- Hij heeft geen geld voor een nieuwe auto.
- Hij kan zich geen nieuwe auto veroorloven.
De man is prachtige rozen voor zijn vrouw aan het kopen.
- Wat ben je van plan om Tom te kopen voor Kerstmis?
- Wat bent u van plan om Tom te kopen voor Kerstmis?
- Wat zijn jullie van plan om Tom te kopen voor Kerstmis?
- Ik kan me niet veroorloven een tweedehands auto te kopen.
- Ik kan me niet permitteren een tweedehandsauto te kopen.