Examples of using "Silver" in a sentence and their dutch translations:
Zilveren munten…
Dit is geen zilver.
Dit is geen zilver.
Is dit echt zilver?
Is dit pond van zilver?
Er is geen zilveren kogel.
Spreken is zilver, zwijgen is goud.
Spreken is zilver, zwijgen is goud.
Goud is zwaarder dan zilver.
Ze wonnen de zilveren medaille.
Ze won een zilveren medaille.
Hij won een zilveren medaille.
Ik heb verscheidene zilveren munten.
Dit is een zilveren munt.
Toms haar is helemaal zilverkleurig.
- Hoe koop je zilver?
- Hoe koopt u zilver?
- Hoe kopen jullie zilver?
Zilver is goedkoper dan goud.
Zilver kost minder dan goud.
Ik verzamel zilveren theelepels.
Spreken is zilver, zwijgen is goud.
Kun je zilver onderscheiden van tin?
Maar ze gaven ons zilveren munten.
- In troebel water is het goed vissen.
- Geluk bij een ongeluk.
Kun je zilver onderscheiden van tin?
Koper en zilver zijn beide metalen.
Ik draag mijn zilveren sieraden.
Het zilver ligt op de tafel.
Spreken is zilver, zwijgen is goud.
Spreken is zilver, zwijgen is goud.
Hoe voelen de zilvervossen zich?
Mary draagt een zilveren ring.
Goud is waardevoller dan zilver.
Zilver is veel goedkoper dan goud.
Goud is kostbaarder dan zilver.
Kun je zilver en tin uit elkaar houden?
Goud is veel duurder dan zilver.
De zilveren bollen liggen rondom de rode bol.
Ik zie zilver, maar ik zie geen goud.
Dan Arica, waar hij 40 staven zilver stal.
Ik koop het zilver van een man die een mijn bezit.
We zagen een glad zilveren schijfje over de huizen zweven.
Na regen komt zonneschijn.
De vlek op de labjas is te wijten aan zilvernitraat.
Geluk bij een ongeluk.
maar het is net of je Sinterklaas had gevraagd om een Rolls-Royce
Er wordt gezegd dat de zilversmeden uit die buurt zilver aten omwille van de extreme armoede.
Na regen komt zonneschijn.
- Het geld ligt op de tafel.
- Het zilver ligt op de tafel.
Na regen komt zonneschijn.
Bij olympische wedstrijden is de gouden medaille voor de eerste plaats, zilver voor de tweede, en brons voor de derde.
In de Kabylische jurk vinden we meer dan één kleur. Er is zwart, blauw, groen, paars, marine, roze, rood, zilver, turkoois, paars, wit, geel, oranje en grijs. Het is veelkleurig.