Examples of using "Float" in a sentence and their dutch translations:
Vechten of drijven?
Stenen drijven niet.
Waarom drijft ijs?
Een steen drijft niet.
Olie zal op water drijven.
Mensen in ruimtestations zweven.
Hij was de eerste man die in de ruimte zweefde.
De stof is licht genoeg om op het water te drijven.
Bill, als je met me meegaat, dan drijf jij ook.
Ik zweef erboven en voel haar daar.
Ideeën hebben niet echt een thuis op de grond, ze zweven tussen mensen.