Translation of "Does" in Dutch

0.012 sec.

Examples of using "Does" in a sentence and their dutch translations:

- Does it work?
- Does that work?

Werkt het?

- Everybody does that.
- Everyone does that.

Iedereen doet dat.

- Does anyone care?
- Does anybody care?

Kan het iemand iets schelen?

- Does he exist?
- Does she exist?

Bestaat zij?

Tom always does what Mary does.

Tom doet altijd wat Mary doet.

- Does it work?
- Does he work?
- Does he have a job?

Werkt hij?

- What does it mean?
- What does this mean?
- What does that mean?
- What does this say?

- Wat betekent dat?
- Wat heeft dat te betekenen?
- Wat betekent dit?
- Wat betekent het?
- Waar staat dat voor?

- Regardless what he does, he does it well.
- Regardless of what he does, he does it well.
- No matter what he does, he does it well.

Wat hij ook doet, hij doet het goed.

"Does she play tennis?" "Yes, she does."

"Speelt zij tennis?" "Ja."

- Nobody does that.
- No one does that.

Niemand doet dat.

- Does it bug you?
- Does that trouble you?
- Does it bother you?

- Stoort dat u?
- Stoort dat jullie?
- Stoort dat je?

- He makes good in everything he does.
- Regardless what he does, he does it well.
- Regardless of what he does, he does it well.
- No matter what he does, he does it well.

Wat hij ook doet, hij doet het goed.

- Does Tom like swimming?
- Does Tom like to swim?
- Does Tom enjoy swimming?

- Houdt Tom van zwemmen?
- Zwemt Tom graag?

- Does this hurt?
- Does that hurt?
- Does it hurt when I do that?

Doet dit pijn?

- Does Tom have kids?
- Does Tom have children?
- Does Tom have any kids?

Heeft Tom kinderen?

- What does this do?
- What does that do?

- Hoeveel is het?
- Wat doet het?

- Does he work?
- Does he have a job?

Werkt hij?

- Does he live here?
- Does she live here?

Woont hij hier?

Regardless what he does, he does it well.

Wat hij ook doet, hij doet het goed.

- Almost everybody does that.
- Almost everyone does that.

Bijna iedereen doet dat.

- Where does he live?
- Where does she leave?

- Waar woont hij?
- Waar woont ie?

- What does "Tatoeba" mean?
- What does TATOEBA mean?

Wat betekent "Tatoeba"?

- He does not smoke.
- She does not smoke.

Hij rookt niet.

- Does she have money?
- Does he have money?

- Hebt u geld?
- Heeft hij geld?
- Heeft zij geld?

- What does "Tatoeba" mean?
- What does TATOEBA mean?
- What does the word "Tatoeba" mean?

Wat betekent "Tatoeba"?

- Does Tom know this?
- Does Tom know about this?
- Does Tom know about it?

Weet Tom ervan af?

does not work.

niet werkt.

But Facebook does.

Maar Facebook weet het.

Does truth matter?

Doet de waarheid ertoe?

Does this hurt?

Doet dit zeer?

Does everybody understand?

Begrijpt iedereen het?

He does appear.

- Hij verschijnt.
- Hij verschijnt wel.

Size does matter.

- De grootte maakt uit.
- Grootte doet ertoe.

Does it hurt?

- Doet het pijn?
- Doet dat pijn?

Does it show?

Merkt men het?

Does Tom know?

Weet Tom het?

Does anyone care?

- Kan het iemand iets schelen?
- Doet het iemand wat?
- Maakt het iemand uit?
- Geeft iemand erom?
- Interesseert het iemand?

Does Tom disagree?

Is Tom het daar niet mee eens?

Does she sing?

Zingt ze?

Everyone does it.

Iedereen doet dat.

That does it.

- Zo is het genoeg.
- Nu ga je te ver.
- Nu is het genoeg.
- Dat is de druppel.

Does anyone disagree?

- Is iemand het daar niet mee eens?
- Is iemand het daarmee oneens?

Does that hurt?

Doet dat pijn?

Does that matter?

- Maakt dat uit?
- Doet dat ertoe?

Does this fit?

Past dit?

It does happen.

- Het komt voor.
- Het gebeurt wel.
- Het gebeurt.

Everybody does this.

Iedereen doet dit.

Does it exist?

Bestaat hij?

Easy does it.

Voorzichtigheid is de moeder van de porseleinwinkel.

Does Tom understand?

Begrijpt Tom het?

Tom does everything.

Tom doet alles.

Does everybody know?

Weet iedereen het?

Does that count?

- Telt dat?
- Doet dat ertoe?

Does this count?

- Is dit van belang?
- Telt dit?

Who does that?

Wie doet dat?

Does that help?

Helpt dat?

Does he exist?

Bestaat hij?

Does she smoke?

- Rookt zij?
- Is ze aan het roken?

Does she know?

- Weet ze?
- Weet ze ervan?

Does he work?

Werkt hij?

Tom does that.

Tom doet dat.

Does Tom sing?

Zingt Tom?

Does Tom work?

Werkt Tom?

Does Tom smoke?

Rookt Tom?

Does Tom snore?

Snurkt Tom?

Does Sami drink?

Drinkt Sami?

Does Sami smoke?

Rookt Sami?

Tom does drive.

Tom rijdt wel degelijk.

Yes, it does.

Jawel.

Does God exist?

Is er een God?

Does she exist?

Bestaat zij?

Does Tom drive?

Rijdt Tom?

Does he know?

- Weet hij?
- Weet hij ervan?

Does Tom surf?

Surft Tom?

- What time does it start?
- When does that start?

Hoe laat begint het?

No matter what he does, he does it well.

Wat hij ook doet, hij doet het goed.