Examples of using "Light" in a sentence and their dutch translations:
- Ik reis licht.
- Ik reis met weinig bagage.
- Schakel het licht uit.
- Maak het licht uit.
- Doe het licht uit.
- Schakel het licht uit.
- Doe het licht uit.
...keert nu het licht terug.
Water reflecteert licht.
Ik reis licht.
We reizen licht.
- Ik reis licht.
- Ik reis met weinig bagage.
Steek de kaarsen aan.
Steek de kaars aan.
- Het is nog klaar buiten.
- Buiten is het nog licht.
- Het werd groen.
- Het verkeerslicht sprong op groen.
- Ik kan het licht zien.
- Ik zie een licht.
Het stoplicht sprong op groen hoor.
- Wie deed het licht uit?
- Wie heeft het licht uitgedaan?
- Doe alsjeblieft het licht aan.
- Doe het licht aan, alsjeblieft.
- Het verkeerslicht werd rood.
- Het verkeerslicht sprong op rood.
- Wil je het licht uitdoen alsjeblieft?
- Doe het licht uit alstublieft.
- Doe het licht uit, alsjeblieft.
- Zou u alstublieft het licht willen aandoen?
- Doe alsjeblieft het licht aan.
- Doe het licht aan, alsjeblieft.
- Doe je het licht even aan?
- Wie deed het licht uit?
- Wie heeft het licht uitgedaan?
Tom deed het licht aan.
...ontwaken er 's nachts...
- Het verkeerslicht werd rood.
- Het licht werd rood.
Zwarte stoffen absorberen het licht.
Het licht ging aan.
Ik zie een licht.
Een spiegel reflecteert licht.
Het licht was aan.
Zwart papier absorbeert licht.
Het licht is groen.
Het werd groen.
Steek de kaars niet aan!
Dat licht is groen.
Het licht is aan.
Laat er licht zijn!
Het licht was groen.
Ik ga het fornuis aansteken.
Ik heb licht nodig.
Het licht knipperde.
Hebt ge een aansteker?
Alle planten hebben water en licht nodig.
Kan je het licht aandoen?
- Wil je het licht even aandoen?
- Doe je het licht even aan?
Mag ik het licht uitdoen?
Ik voel me zo licht als een veertje.
Zou u alstublieft het licht willen aandoen?
zodat ze het licht anders reflecteren.
Ultraviolet licht onthult verborgen jagers.
Maar speciale, lichtgevoelige camera's...
Maar een lichtgevoelige camera...
straalt geen licht uit of absorbeert geen licht.
De omkoping kwam aan het licht.
Het licht ging plotseling aan.
Ze deed het licht aan.
- Ineens ging het licht uit.
- Plots ging het licht uit.
Tom deed het licht aan.
- Waarom is het licht aan?
- Waarom is de lamp aan?
Doe het licht niet uit.
Wil je het licht uitdoen alsjeblieft?
Ik heb een dunne jas nodig.
- Het werd groen.
- Het stoplicht werd groen.
Hebt ge een aansteker?
- Doe alsjeblieft het licht aan.
- Doe het licht aan, alsjeblieft.
Tom heeft de gloeilamp losgeschroefd.
- Doe het licht uit, alsjeblieft.
- Doe het licht uit, alstublieft.
Waarom knippert het gele lampje?
Hij deed het licht aan.