Translation of "Enough" in Dutch

- Enough is enough!
- Enough is enough.

Genoeg is genoeg!

- Enough!
- Enough is enough!

Genoeg!

Enough is enough!

Genoeg is genoeg!

- Enough already!
- Enough, already!

Nu is het genoeg!

- That's enough.
- It's enough!

Genoeg zo!

- Give me a break.
- Enough!
- Enough is enough!

- Genoeg!
- Genoeg is genoeg!

Enough!

Genoeg!

- Fair enough!
- That's fair enough.

Prima zo!

- Is this enough?
- Is it enough?
- Is that enough?

Is het genoeg?

- Alright, that's enough.
- OK, that's enough.
- All right, that's enough.

Goed, dat is genoeg.

- It's not enough.
- It isn't enough.

Het is niet genoeg.

- Isn't it enough?
- Isn't that enough?

Is dat niet genoeg?

- Once is enough.
- Once was enough.

Eén keer is genoeg.

- Wasn't it enough?
- Wasn't that enough?

Was het niet genoeg?

- Is it enough?
- Is that enough?

Is het genoeg?

- It's good enough.
- That's good enough.

Dat is goed genoeg.

Enough already!

Nu is het genoeg!

That's enough.

- Dat is genoeg.
- Dat volstaat.

That's enough!

Zo is het genoeg!

- That isn't enough.
- This is not enough.

- Dat is niet voldoende.
- Dat is niet genoeg.

- Love is not enough.
- Love isn't enough.

Liefde is niet genoeg.

- I've had enough.
- I'm done with it.
- I have enough.
- I am enough.

Ik heb er genoeg van.

- We have water enough.
- We have enough water.

We hebben genoeg water.

- That's enough.
- I've had enough.
- Break it up.

Dat is genoeg.

- They have enough time.
- They've got enough time.

Ze hebben genoeg tijd.

- I've already done enough.
- I've done enough already.

Ik heb al genoeg gedaan.

They'd had enough.

Ze hadden er genoeg van.

I've had enough!

- Ik heb er genoeg van.
- Ik heb er genoeg van gehad.

Isn't it enough?

Is dat niet genoeg?

I'm happy enough.

Ik ben gelukkig genoeg.

I have enough.

Ik heb genoeg.

Alright, that's enough.

Goed, dat is genoeg.

We've got enough.

We hebben genoeg.

OK, that's enough.

Goed, dat is genoeg.

Wasn't that enough?

Was het niet genoeg?

We've seen enough.

We hebben genoeg gezien.

We know enough.

We weten genoeg.

They've suffered enough.

Ze hebben genoeg geleden.

Is it enough?

Is het genoeg?

That's good enough.

Dat is goed genoeg.

You know enough.

Je weet genoeg.

That was enough.

Dat was genoeg.

Get enough sleep.

Genoeg geslapen.

That's quite enough!

Dat is genoeg nu!

Promises aren't enough.

Beloven is niet genoeg.

I've done enough.

Ik heb genoeg gedaan.

I've heard enough.

Ik heb genoeg gehoord.

- One language is not enough.
- One language isn't enough.

Eén taal is niet genoeg.

- Tom is not fast enough.
- Tom isn't fast enough.

Tom is niet snel genoeg.

- Tom is not old enough.
- Tom isn't old enough.

Tom is niet oud genoeg.

- Is one thousand yen enough?
- Is a thousand yen enough?

Is duizend yen genoeg?

- I cannot thank him enough.
- I can't thank him enough.

Ik kan hem niet genoeg bedanken.

- There is food enough for us.
- We have enough food.

We hebben genoeg dingen om te eten.

- You seem happy enough.
- You seem to be happy enough.

Je blijkt vrolijk genoeg te zijn.

- Do we have enough milk?
- Have we got enough milk?

Hebben we genoeg melk?

- I only hope that that is enough.
- I only hope that is enough.
- I only hope that's enough.
- I only hope that that's enough.

Ik hoop alleen dat het genoeg is.

Don't have enough sleep.

Niet genoeg slapen.

Submission is not enough.

Onderwerping is niet genoeg.

Strangely enough, he failed.

Vreemd genoeg faalde hij.

That's enough for today.

Dat is genoeg voor vandaag.

We have enough time.

Wij hebben genoeg tijd.

Is this enough money?

Is dit genoeg geld?

We have enough water.

We hebben genoeg water.

That's enough for now.

Dat is genoeg voor nu.

It's more than enough.

Het is meer dan genoeg.

I have enough money.

Ik heb genoeg geld.

She has enough willpower.

Zij heeft genoeg wilskracht.

You're not fast enough.

Je bent niet snel genoeg.

You have enough time.

Je hebt tijd genoeg.

I wasn't competitive enough.

Ik was niet competitief genoeg.

I already weigh enough.

Ik weeg al genoeg.

I have eaten enough.

Ik heb genoeg gegeten.

Love is not enough.

Liefde is niet genoeg.

Are there enough chairs?

Zijn er genoeg stoelen?