Examples of using "Stones" in a sentence and their dutch translations:
- Gooi geen stenen.
- Geen stenen gooien.
Stenen drijven niet.
- Gooi geen steen naar een kat.
- Gooi geen stenen naar de katten.
- Heb je nierstenen?
- Heeft u nierstenen?
We rustten op een paar rotsen.
De jongen gooide stenen naar me.
Gooi geen rotsblokken in de rivier.
Wie in een glazen huis woont, moet niet met stenen werpen.
...misschien wel 100 schelpen en stenen oppakken... ...en haar armen over haar kwetsbare kop vouwen.