Translation of "Zwom" in Spanish

0.003 sec.

Examples of using "Zwom" in a sentence and their spanish translations:

- Zij zwom.
- Ze zwom.

Ella nadó.

Ik zwom.

Yo nadé.

Tom zwom.

Tom nadó.

Hij zwom de rivier over.

Él nadó a través del río.

Ze keek hoe hij zwom.

Ella lo miraba como nadaba.

Ik zwom sneller toen ik jong was.

Nadaba más rápido cuando era joven.

- Wie heeft er gezwommen?
- Wie zwom er?

¿Quién nadó?

Hij zwom tot hij niet meer kon.

- Él nadaba hasta no poder nadar más.
- Él nadó hasta que no pudo más.

- Ik zwom sneller toen ik jong was.
- Ik kon harder zwemmen toen ik jonger was.

Nadaba más rápido cuando era joven.