Translation of "Weekend" in Japanese

0.009 sec.

Examples of using "Weekend" in a sentence and their japanese translations:

Prettig weekend!

- 良い週末を。
- 楽しい週末をね。

Een fijn weekend!

よい週末を!

- Goed weekeinde.
- Prettig weekend!

- 良い週末を。
- 楽しい週末をね。

Hoe was je weekend?

- 週末はどうだった?
- 週末はどうでしたか。
- 週末どうだった?

Ben je vrij dit weekend?

今週末空いてる?

Hebt ge een aangenaam weekend gehad?

楽しい週末をすごしましたか。

Heb je plannen voor dit weekend?

- 今度の週末には何か約束がありますか。
- 今週末、何か計画はありますか。
- 今週の週末には何か約束がありますか。

Ik werk niet in het weekend.

- 週末には仕事はしないよ。
- 週末には仕事をしないことにしてるんだ。

Wat heb je het weekend gedaan?

あなたは週末に何をしましたか。

- Wat ben je van plan voor het weekend?
- Wat zijn je plannen voor het weekend?

週末はどんな予定?

Wat ga je van het weekend doen?

週末はどうするんだい。

Wat ben je van plan voor het weekend?

週末はどんな予定?

Ah, ik kan niet wachten op het weekend.

早く週末にならないかなあ。

Vroeger reden ze naar de Haven van Nagoya voor het weekend.

彼らはよく週末に名古屋港までドライブに行ったものだった。

Ik heb van plan naar Izu te gaan tijdens het weekend.

私は週末にかけて伊豆へ行くつもりだ。

We maken ons 's avonds zorgen over ze en denken aan ze in het weekend.

夜中に生徒を気にかけ 週末にも彼らのことを考えています