Translation of "Werk" in Japanese

0.010 sec.

Examples of using "Werk" in a sentence and their japanese translations:

Goed werk.

よくやった

Werk langzaam.

ゆっくり仕事をしなさい。

Goed werk!

お疲れ様でした。

Werk je?

仕事をしていますか。

- Mijn werk is gedaan.
- Mijn werk is voltooid.

私の仕事は終わっている。

Dus, goed werk.

よくやった

Waar werk je?

- どこで働いてるの?
- あなたはどこに勤めていますか。
- あなたはどこで働いていますか。

Zoek je werk?

仕事をお探しですか?

Het is werk.

それが仕事です。

Ik werk nog.

- まだ仕事場です。
- まだ働いてます。
- まだ仕事中です。

- Ik werk niet op zondag.
- Ik werk 's zondags niet.
- Ik werk zondags niet.

私は、日曜日には仕事をしない。

- Hij zoekt werk.
- Hij is werk aan het zoeken.

- 彼は職を求めている。
- 彼は職を探している。
- 彼は仕事を探している。

- Ga door met je werk.
- Zet je werk voort.

- 仕事を続けなさい。
- あなたは仕事を続けて。
- あなたの仕事を続けなさい。

Goed werk. Goed gedaan.

よくやった

Doe je eigen werk.

自分ですればいいだろ。

Voor wie werk je?

誰のため働いているんだ?

Werk niet te hard!

無理するなよ!

Studeer of werk je?

君は大学生?、あるいは社会人ですか?

Vandaag werk ik thuis.

今日は家で仕事をしてるんだ。

Mijn werk is beëindigd.

私の仕事は終わっている。

Dit uurwerk werk niet.

この時計は動いてません。

Ik werk bij McDonald’s.

- マクドナルドで働いてるんだ。
- マックで働いてるよ。

- Ik heb mijn werk bijna af.
- Mijn werk is bijna voltooid.

- 私の仕事は大概片付いた。
- 仕事はおよそ終わった。
- 私の仕事は大体終わったよ。

- Dat werk moeten tegen morgen gedaan zijn.
- Dit werk moet morgen af zijn.
- Dit werk moet morgen klaar zijn.

この仕事は明日までに終えなければならない。

- Ik heb mijn werk al af.
- Ik ben al klaar met mijn werk.
- Ik heb mijn werk al gedaan.

- 私はすでに仕事を終えてしまった。
- もう仕事は済ませたよ。

Die luiaard is hard aan het werk, heel hard aan het werk.

ああ忙しい ほんとに忙しい

- Jullie hebben allemaal goed werk verricht.
- U heeft allemaal goed werk verricht.

- 君たちは皆りっぱな成績だった。
- みんなよくやった。

- Het werk is half gedaan.
- Het werk is voor de helft gedaan.

仕事の半分はかたづいた。

Mijn harde werk, mijn persoonlijkheid,

努力も 人格も

Ik werk in de logistiek

私の仕事はロジスティックスですが

Werk komt uit het hoofd;

「仕事は頭から出てくるものであり

Vele handen maken licht werk.

- 人手が多ければ仕事は楽しい。
- 人手が多ければ仕事がらくになる。

Heeft u het werk af?

- あなたはその仕事を終えましたか。
- 仕事は終わりましたか?
- 仕事は片付きましたか?

Ik werk voor een rederij.

海運会社に勤めています。

Momenteel werk ik in Tokio.

- 今、東京で仕事をしているの。
- 今、東京で働いてるのよ。

Waarom werk ik zo hard?

- なぜ私は一生懸命働いているのですか。
- どうして俺、必死に働いてるんだろう?
- どうして私、一生懸命働いてるの?

Ik zal dit werk uitvoeren.

私は、その仕事をやり遂げるでしょう。

Ik werk in een ziekenhuis.

私は病院で働いています。

Het werk is bijna klaar.

その仕事はほとんど終わったも同然だ。

Gelukkig heeft hij werk gevonden.

彼は幸運にも仕事を見つけた。

Ga terug aan het werk.

仕事に戻りなさい。

Werk op afstand, wanneer mogelijk.

最大限、リモートワークをしましょう

Ik werk zelfs op zondag.

日曜日でも、働きます。

Het was echt zwaar werk.

本当に骨の折れる仕事だった。

Zulk werk vereist veel geduld.

この種の仕事には大変な根気が必要とされる。

Ik werk bij een bank.

私は銀行で働いています。

Vandaag werk ik vanuit huis.

- 今日は在宅ワークです。
- 今日は在宅勤務をしてるよ。
- 今日は家で仕事をしてるんだ。

Ik werk met haar vriend.

私は彼女のボーイフレンドと一緒に働いている。

Ik wou het werk afmaken.

私はその仕事を終えるつもりだったのだが。

Maar nu aan het werk!

さあ、仕事にとりかかろう。

Hoe gaat alles op werk?

- どう、仕事は?
- 仕事はどうですか?
- どうですか、仕事は?

- Perfect!
- Uitstekend!
- Prima!
- Puik werk!

完璧!

Mam is op het werk.

お母さんは仕事中だよ。

- Ik werk alle dagen behalve op zondag.
- Ik werk elke dag behalve zondag.

私は日曜日のほかは毎日働く。

- We hebben een hoop werk te doen.
- We hebben een berg werk te verzetten.

私たちはするべき仕事がたくさんある。

Goed werk, we hebben het gered.

よくやった 成功だ

Goed werk. We geven nooit op.

よくやったな 諦めないんだ

We gaan door met dit werk

私たちは真の意味で

Bij het publiceren van zijn werk.

、彼の作品の出版 を手伝い

Maar ze doet haar werk goed.

よく働いてくれます

Ons werk is nu helemaal af.

私たちに仕事はもうすっかり終わった。

U heeft allemaal goed werk verricht.

君たちは皆りっぱな成績だった。

Ik heb mijn werk al af.

- 私はすでに仕事を終えてしまった。
- もう仕事は済ませたよ。

Hij is klaar met zijn werk.

- 彼は自分の仕事をやり遂げなければならない。
- 彼は仕事を終えた。

Heb je het werk al af?

君はもうその仕事を仕上げてしまったのですか。

Niemand zou mijn werk kunnen doen.

- 他人には私の仕事はできないでしょうに。
- 他人には私のやっている仕事はできないだろう。
- 他の人には私のやっている仕事はできないだろうに。
- ほかの人は私のやっていることが出来ないだろう。

Het werk kostte hem zijn leven.

その仕事のために彼は命を失った。

Driekwart van het werk was gedaan.

その仕事の4分の3が終えられた。

Heeft ze haar werk al af?

彼女はもう仕事を終えましたか。

Hij hindert haar bij haar werk.

彼は彼女の仕事を妨げている。

Hij is geschikt voor dat werk.

- 彼はその仕事に適している。
- その仕事に彼は適任だ。

Ik was moe van het werk.

私は仕事で疲れていた。

Hij liet ons het werk doen.

彼は私たちにその仕事をさせた。

Ik doe het werk morgen wel.

その仕事は明日やるよ。

Sinds wanneer werk je hier al?

- ここで働いてどれくらいですか。
- ここでどのくらい働いてるんですか?
- いつからここで働いてるんですか?

Morgen moet het werk af zijn.

その仕事は明日までに仕上げなければならない。

Ik werk elke dag behalve zondag.

- 日曜日以外は毎日働く。
- 日曜日以外は働いています。
- 私は日曜日のほかは毎日働く。

Ik heb mijn werk al gedaan.

私はすでに仕事をやり終えた。