Translation of "Oma" in German

0.005 sec.

Examples of using "Oma" in a sentence and their german translations:

Wat mijn oma betreft,

Und nun zurück zu meiner Großmutter.

Mijn oma praat langzaam.

Meine Großmutter spricht langsam.

Waar woont je oma?

Wo wohnt deine Großmutter?

Ze woont bij haar oma.

Sie wohnt bei ihrer Oma.

De jongen bezoekt zijn oma.

Der Junge besucht seine Oma.

Jij praat zoals mijn oma.

Du redest wie meine Oma.

Mijn oma heeft geen internet.

Meine Oma hat kein Internet.

Mijn oma wilde thuis begraven worden.

Meine Großmutter wollte in der Heimat begraben werden.

Hij is opgevoed door zijn oma.

Er wurde von seiner Großmutter aufgezogen.

Overdag past Oma op de kinderen.

Tagsüber passt Großmutter auf die Kinder auf.

Mijn oma woont op het platteland.

Meine Oma wohnt auf dem Land.

Mijn oma is 75 jaar oud.

Meine Großmutter ist fünfundsiebzig.

Mijn oma heeft een hoop sjaals.

Meine Oma hat eine Menge Schals.

Het is het kunstgebit van mijn oma.

Das ist die Zahnprothese meiner Großmutter.

Zelfs mijn oma kan een sms'je versturen.

Sogar meine Oma kann eine SMS senden.

Zelfs mijn oma kan een boodschap sturen.

Sogar meine Oma kann eine SMS senden.

- Grootmoeder kijkt graag tv.
- Oma kijkt graag tv.

Oma schaut gerne Fernsehen.

- Mijn grootmoeder is ziek.
- Mijn oma is ziek.

Meine Großmutter ist krank.

- Mijn grootmoeder kan vliegen.
- Mijn oma kan vliegen.

Meine Großmutter kann fliegen.

Deze ring heeft Ilona van haar oma gekregen.

Diesen Ring hat Ilona von ihrer Oma bekommen.

De bezoeken van mijn oma zijn altijd bijzonder.

Die Besuche meiner Großmutter sind immer etwas Besonderes.

- Waar woont jouw grootmoeder?
- Waar woont je oma?

Wo wohnt deine Großmutter?

We maken ons zorgen over opa en oma.

Wir machen uns um Oma und Opa Sorgen.

Mijn oma van mijn moeders kant woont in Osaka.

Meine Großmutter mütterlicherseits lebt in Ōsaka.

Wees niet zo brutaal, anders zeg ik het tegen oma!

Sei nicht so frech, sonst sag’ ich’s Oma!

Mijn oma heeft hier als kind een aantal jaren gewoond.

Meine Oma hat als Kind einige Jahre hier gelebt.

Ik heb bloemen gekocht, omdat ik mijn oma vanmiddag ga bezoeken.

Ich habe Blumen gekauft, weil ich heute Nachmittag meine Oma besuchen gehe.

- Mijn grootmoeder bezit veel sjaals.
- Mijn oma heeft een hoop sjaals.

- Meine Großmutter besitzt viele Schals.
- Meine Oma hat eine Menge Schals.

Toen ik klein was, kwamen opa en oma nog om op te passen. 's Avonds op bed las oma me voor. Of opa vertelde een verhaal.

Als ich klein war, kamen noch Opa und Oma um aufzupassen. Abends am Bett las Oma mir vor. Oder Opa erzählte eine Geschichte.

- Oma strooide bloem op de deegrol, zodat het deeg er niet zou aankleven.
- Oma besprenkelde bloem op de deegroller zodat het deeg er niet aan zou kleven.

Oma streute Mehl auf das Nudelholz, damit der Teig nicht daran kleben blieb.

Zij was daar omdat mijn oma kanker had en die dag geopereerd werd.

Dort war sie, weil Großmutter an diesem Tag eine Krebsoperation hatte.

Op mijn bed ligt een gekleurde sprei, die mijn oma ooit gemaakt heeft.

Auf meinem Bett ist eine farbige Tagesdecke, die meine Großmutter einmal gemacht hat.

Kom allemaal hier! Oma wil ons vertellen hoe het leven de vorige eeuw was.

Kommt alle her! Die Großmutter will uns erzählen, wie das Leben im vorigen Jahrhunderts war.

- Zelfs mijn grootmoeder kan een sms versturen.
- Zelfs mijn oma kan een sms'je versturen.

Sogar meine Oma kann eine SMS senden.

Herinnert gij u nog de voornaam van uw grootmoeder?- Neen, ik noemde haar altijd gewoon oma.

Erinnerst du dich noch an den Vornamen deiner Großmutter? - Nein, ich nannte sie nur immer Oma.