Translation of "Geen" in German

0.009 sec.

Examples of using "Geen" in a sentence and their german translations:

- Geen probleem!
- Geen probleem.
- Geen enkel probleem!

- Kein Problem!
- Kein Problem.
- Überhaupt kein Problem!

- Geen probleem!
- Geen probleem.

- Kein Problem!
- Kein Problem.

Geen geld, geen Zwitsers.

Kein Geld, keine Macht.

Geen water, geen leven.

Ohne Wasser kein Leben.

- Geen kommentaar
- Geen commentaar.

Ohne Kommentar.

- Geen probleem!
- Geen enkel probleem!

Kein Problem!

- Kijk geen televisie.
- Kijk geen televisie!
- Kijk geen TV.

Sieh nicht fern!

Hij heeft geen vrouw, geen kinderen en geen vrienden.

- Er hat keine Frau, keine Kinder und keine Freunde.
- Er hat weder Frau, noch Kinder, noch Freunde.

Geen handdrukken, geen high-fives, geen knuffels buiten thuis.

Keine Handschläge, kein Einklatschen, keine Umarmungen außerhalb von zuhause.

- Geen stenen werpen.
- Gooi geen stenen.
- Geen stenen gooien.

- Werft keine Steine.
- Wirf keine Steine.

Ik eet geen vlees, geen vis en geen zeevruchten, en ook geen vleesbouillon.

Ich esse kein Fleisch, keinen Fisch und keine Meeresfrüchte, und auch keine Fleischbrühe.

Er was geen elektriciteit, geen waterleiding.

Es gab keine Elektrizität, kein Wasser aus der Leitung.

- Verspil geen tijd.
- Verlies geen tijd.

Verschwende keine Zeit.

- Gooi geen stenen.
- Geen stenen gooien.

- Werft keine Steine.
- Wirf keine Steine.

- Wees geen watje!
- Wees geen mietje!

- Sei kein Weichei!
- Sei keine Memme!

- Kijk geen televisie.
- Kijk geen televisie!

Sieh nicht fern!

- Vertel geen onzin!
- Zeg geen onzin!

- Rede keinen Unsinn!
- Sage keinen Unsinn!
- Rede keinen Blödsinn!
- Red keinen Quatsch!
- Red keinen Stuss!

- Geen kommentaar
- Geen commentaar.
- Zonder commentaar.

- Kein Kommentar.
- Kommentarlos!

- Geen idee.
- Ik heb geen idee.

Keine Ahnung.

Geen bezwaar.

Kein Einspruch.

Geen probleem.

- Kein Problem.
- Es gibt kein Problem.

Geen geintjes!

Mach keine Fisimatenten!

Geen idee.

Keine Ahnung.

Geen probleem!

Kein Problem!

Geen paniek.

Keine Panik.

Geen paniek!

Keine Panik!

Geen beweging!

- Keine Bewegung!
- Stehenbleiben!

Geen ingang!

Kein Eingang!

Geen lijk.

Keine Leiche.

Geen gemaar!

Gibt kein Aber!

Geen vraag!

Keine Frage!

Geen gepruts!

- Mach keinen Quatsch!
- Mach keinen Mist!

Geen wonder!

Kein Wunder!

Geen kans.

In keinster Weise!

Geen interesse?

Nicht interessiert?

Geen doorgang.

Kein Durchgang!

Geen commentaar.

Ohne Kommentar.

Geen doorgang!

Durchgang verboten!

Geen midden, geen grijs, alleen maar polariteit.

Es gibt keine Mitte, kein Grau, bloß polare Gegensätze.

- Bedankt! - Geen dank.
- "Dank u." "Geen dank."

- „Danke!“ – „Keine Ursache!“
- „Danke!“ – „Bitte!“
- „Danke!“ – „Nichts zu danken!“

Ik heb geen moeder en geen vader.

Ich habe weder Mutter noch Vater.

- Heb je geen trek?
- Heb je geen honger?
- Hebben jullie geen honger?

- Habt ihr keinen Hunger?
- Haben Sie keinen Hunger?
- Hast du keinen Hunger?

- Hebben jullie geen dorst?
- Heb je geen dorst?
- Heeft u geen dorst?

Hast du keinen Durst?

- Speel je geen tennis?
- Speelt u geen tennis?
- Spelen jullie geen tennis?

Spielst du kein Tennis?

- Gij hebt geen hart.
- Je hebt geen hart.
- Jij hebt geen hart.

Du hast kein Herz.

- Je hebt geen hart.
- Jij hebt geen hart.
- U heeft geen hart.

Sie haben kein Herz.

- Heeft u geen woordenboek?
- Hebben jullie geen woordenboek?
- Heb je geen woordenboek?

- Haben Sie kein Wörterbuch?
- Hast du kein Wörterbuch?

- Heeft u geen televisie?
- Hebben jullie geen televisie?
- Heb je geen televisie?

- Hast du keinen Fernseher?
- Habt ihr keinen Fernseher?
- Haben Sie keinen Fernseher?

- Ik heb geen broer.
- Ik heb geen enkele broer.
- Ik heb geen broers.

- Ich habe keinen Bruder.
- Brüder habe ich keine.

- Echt waar!
- Geen geouwehoer!
- Serieus!
- Ik maak geen grapje.
- Ik maak geen grap.

- Ich scherze nicht.
- Ich meine das todernst.

- Ik heb geen mobiele telefoon.
- Ik heb geen mobieltje.
- Ik heb geen gsm.

Ich hab kein Handy.

- Ik heb geen trek.
- Ik heb geen eetlust.

Ich habe keinen Appetit.

- Ik heb geen broer.
- Ik heb geen broers.

- Ich habe keinen Bruder.
- Brüder habe ich keine.

- Hebben jullie geen dorst?
- Heeft u geen dorst?

- Haben Sie keinen Durst?
- Habt ihr keinen Durst?

- Zij heeft geen vijanden.
- Ze heeft geen vijanden.

Sie hat keine Feinde.

- Ik spreek geen Frans.
- Ik ken geen Frans.

Ich spreche kein Französisch.

- Ik speel geen klavier.
- Ik speel geen piano.

- Ich kann kein Klavier spielen.
- Ich spiele nicht Klavier.

- Zijn dat geen Engelsmannen?
- Zijn dat geen Engelsen?

- Sind sie keine Engländer?
- Sind sie etwa keine Engländer?

- Het is geen vis.
- Dit is geen vis.

Das ist kein Fisch.

- Ik ken geen Oekraïens.
- Ik spreek geen Oekraïens.

- Ich kann kein Ukrainisch.
- Ich spreche kein Ukrainisch.

- Dat was geen ongeval.
- Het was geen ongeluk.

- Das war kein Unfall.
- Es war kein Unfall.

- Vergeet alsjeblieft geen hoofdletters.
- Vergeet alstublieft geen hoofdletters.

Bitte vergiss nicht die Großbuchstaben.

Maak je geen zorgen. Ze verstaat geen Duits.

Keine Sorge! Sie versteht kein Deutsch.

- Ik ken geen Engels.
- Ik spreek geen Engels.

Ich kann kein Englisch.

- Ze spreekt geen Engels.
- Zij spreekt geen Engels.

- Sie spricht kein Englisch.
- Sie kann kein Englisch.

- Heb je geen trek?
- Heb je geen honger?

- Haben Sie keinen Hunger?
- Hast du keinen Appetit?
- Hast du keinen Hunger?