Translation of "Oma" in English

0.010 sec.

Examples of using "Oma" in a sentence and their english translations:

Fijne verjaardag, oma.

Happy birthday, Grandma.

Wat mijn oma betreft,

Now, as for my grandmother,

Mijn oma praat langzaam.

My grandmother speaks slowly.

Waar woont je oma?

Where does your grandmother live?

Dit is mijn oma.

This is my grandmother.

Mijn oma woonde bij ons.

My grandmother lived with us.

Hoe oud is je oma?

How old is your grandmother?

Mijn oma heeft een tweelingbroer.

My grandmother has a twin brother.

Ze woont bij haar oma.

- She lives with her grandma.
- She lives at her grandma's.

Mijn oma is honderd geworden.

My grandmother on my mother's side turned 100.

De jongen bezoekt zijn oma.

The boy visits his grandma.

Mijn oma heeft geen internet.

My grandma doesn't have the internet.

- Mijn oma vindt het leuk om te naaien.
- Mijn oma vindt naaien leuk.

My grandmother likes to sew.

- Ik bezoek elke maandag mijn oma.
- Ik bezoek mijn oma elke maandag.
- Ik ga elke maandag op bezoek bij mijn oma.

I visit my grandmother every Monday.

Was mijn oma omringd met mensen,

my grandma was surrounded by people,

Maar zoals mijn oma altijd zei:

and as Grandma always used to say,

Ongeveer een jaar voordat oma overleed,

Now, about a year before Grandma died,

Mijn oma wilde thuis begraven worden.

My grandmother wanted to be buried back home.

Hij is opgevoed door zijn oma.

He was raised by his grandmother.

Haar oma werd 88 jaar oud.

Her grandmother lived to be 88 years old.

Overdag past Oma op de kinderen.

Grandmother looks after the children during the day.

Mijn oma is 75 jaar oud.

My grandma is 75 years old.

Mijn vaders moeder is mijn oma.

My father's mother is my grandma.

Mijn oma woont op het platteland.

My grandmother lives in the country.

Mijn oma heeft een hoop sjaals.

My grandmother owns many scarves.

Mijn oma gaf mij deze halsketting.

My grandma gave me this necklace.

Oma wist niet dat ik homoseksueel was.

Grandma did not know I was gay,

Het is het kunstgebit van mijn oma.

They're my grandma's dentures.

Zelfs mijn oma kan een sms'je versturen.

Even my grandma can send an SMS.

Zelfs mijn oma kan een boodschap sturen.

- Even my grandma can send an SMS.
- Even my grandma can send a text.

Maar nadat oma stierf nam mijn zelfvertrouwen af,

But after Grandma died, that confidence took a dive,

- Grootmoeder kijkt graag tv.
- Oma kijkt graag tv.

Grandma likes watching TV.

- Mijn grootmoeder is ziek.
- Mijn oma is ziek.

My grandmother is sick.

- Mijn grootmoeder kan vliegen.
- Mijn oma kan vliegen.

My grandmother can fly.

Mijn oma betaalde voor mijn reis naar Boston.

My grandmother paid my way to Boston.

De bezoeken van mijn oma zijn altijd bijzonder.

My grandmother's visits are always special.

- Waar woont jouw grootmoeder?
- Waar woont je oma?

Where does your grandmother live?

We maken ons zorgen over opa en oma.

- We're worried about Grandma and Grandpa.
- We're worried about Grandpa and Grandma.

Oma heeft heel veel plezier aan TV-kijken.

Grandmother takes great delight in watching television.

Mijn oma van mijn moeders kant woont in Osaka.

My grandmother on my mother's side lives in Osaka.

Onze oma had een recept voor de perfecte gehaktbal.

Our grandma had a recipe for the perfect meatball.

Komt het neer op iets dat mijn oma altijd zei:

it comes down to something my grandma always used to say.

Ik kreeg net een pakje van mijn oma uit Belgiƫ.

I just got a package from my grandma in Belgium.

- Mijn grootmoeder heeft grijs haar.
- Mijn oma heeft grijs haar.

My grandmother has gray hair.

- Ik ben nog geen grootmoeder.
- Ik ben nog geen oma.

I'm not a grandmother yet.

Mijn oma heeft hier als kind een aantal jaren gewoond.

My grandma lived here for a few years as a child.

Wees niet zo brutaal, anders zeg ik het tegen oma!

- Don't be so mean or I'll tell grandma!
- Don't be so rude or I'll tell grandma!

- Ik ben Maria, Toms oma.
- Ik ben Maria, Toms grootmoeder.

I'm Mary, Tom's grandmother.

Ik heb bloemen gekocht, omdat ik mijn oma vanmiddag ga bezoeken.

I bought flowers because I am going to visit my grandmother this afternoon.

- Mijn grootmoeder bezit veel sjaals.
- Mijn oma heeft een hoop sjaals.

My grandmother owns many scarves.

Toen ik klein was, kwamen opa en oma nog om op te passen. 's Avonds op bed las oma me voor. Of opa vertelde een verhaal.

When I was little, grandpa and grandma would come to baby-sit. At night in bed grandma would read to me. Or grandpa would tell a story.

- Oma strooide bloem op de deegrol, zodat het deeg er niet zou aankleven.
- Oma besprenkelde bloem op de deegroller zodat het deeg er niet aan zou kleven.

Grandma sprinkled flour on the rolling pin so the dough wouldn't stick to it.

Van iedereen in de familie voelde ik de diepste band met mijn oma.

Out of anyone in my family, I felt the most akin to my grandmother.

Zij was daar omdat mijn oma kanker had en die dag geopereerd werd.

She was there because my grandmother had cancer surgery that day.

Op mijn bed ligt een gekleurde sprei, die mijn oma ooit gemaakt heeft.

On my bed is a coloured bedspread, which my grandma once made.

- Zelfs mijn grootmoeder kan een sms versturen.
- Zelfs mijn oma kan een sms'je versturen.

- Even my grandma can send an SMS.
- Even my grandma can send a text.

De kinderen waren blij opa en oma te zien, die zij al lang niet hadden gezien.

The children were happy to see their grandfather and grandmother, whom they hadn't seen for some time.

Herinnert gij u nog de voornaam van uw grootmoeder?- Neen, ik noemde haar altijd gewoon oma.

Do you remember the first name of your grandmother? - No, I just always called her granny.

- Mijn grootmoeder heeft deze trui voor me gebreid.
- Mijn oma heeft deze trui voor me gebreid.

- My grandmother knit me this sweater.
- My grandmother knit this sweater for me.