Translation of "Haar" in Russian

Ze borstelt haar haar.

- Она причёсывается.
- Она расчёсывается.

Haar haar wordt grijs.

У неё седеют волосы.

Haar haar is lang.

- У него длинные волосы.
- У неё длинные волосы.

- Kus haar.
- Zoen haar.

- Поцелуй её.
- Поцелуйте её.

Ze borstelde haar haar.

Она причесалась.

Haar klasgenoten plaagden haar.

Одноклассники смеялись над нею.

- Ze heeft haar haar roze geverfd.
- Ze verfde haar haar roze.

Она выкрасила волосы в розовый цвет.

- Stop haar!
- Hou haar tegen!

Остановите её!

Ze verfde haar haar blond.

Она покрасилась в блондинку.

Het meisje waste haar haar.

Девушка помыла голову.

Haar adem kietelde mijn haar.

Ее дыхание щекотало мне волосы.

Haar haar is heel kort.

Её волосы очень короткие.

- Vergeet haar.
- Vergeet haar maar.

- Забудь о ней.
- Забудьте о ней.
- Забудь её.
- Забудь про неё.
- Забудьте про неё.

- Ze heeft haar geld, haar gezin en haar vrienden verloren.
- Ze heeft haar geld, haar familie en haar vrienden verloren.

Она потеряла деньги, семью, друзей.

- Vertrouw je haar?
- Vertrouwt u haar?
- Vertrouwen jullie haar?

- Ты ей доверяешь?
- Вы ей доверяете?

- Dump haar.
- Stuur haar weg.
- Poeier haar af.
- Zorg dat je van haar afkomt.

- Избавься от неё!
- Избавьтесь от неё!

Ze heeft haar geld, haar familie en haar vrienden verloren.

Она потеряла свои деньги, семью и друзей.

Ze had haar haar kort geknipt.

- Она коротко постриглась.
- Она коротко подстриглась.

Ik kuste haar op haar voorhoofd.

Я поцеловал ее в лоб.

Haar haar is lang en prachtig.

Её волосы длинные и красивые.

- Laat haar met rust.
- Laat haar.

- Оставь её.
- Оставьте её.

- Hij knuffelde haar.
- Hij omhelsde haar.

- Он обнял её.
- Он её обнял.

Haar zoon betekende alles voor haar.

Сын был для неё всем.

Ik heb haar haar woordenboek teruggegeven.

Я вернул ей её словарь.

Ze vond haar eerste grijze haar.

Она нашла у себя первый седой волос.

Maria heeft haar haar niet gewassen.

Мэри не помыла голову.

- Laat haar gaan!
- Laat haar los!

- Отпусти её!
- Отпусти её, пусть уходит!

Vergeet haar.

Забудь её.

Vergeef haar.

- Прости её.
- Простите её.

Vergeet haar!

Забудь её.

Red haar.

- Спаси её.
- Спасите её.

Stop haar.

- Останови её.
- Остановите её.

Help haar!

- Помоги ей!
- Помогите ей!

Kunt ge haar onderscheiden van haar zus?

Ты можешь отличить ее от ее сестры?

- Hij berispte haar.
- Hij heeft haar berispt.

- Он ругался на неё.
- Он бранился на неё.
- Он её отругал.

Haar moeder komt altijd met haar mee.

Её всегда сопровождает мама.

Maria bedekte haar gezicht met haar handen.

Мария закрыла лицо руками.

Zeg haar dat ik van haar houd.

Скажите ей, что я её люблю.

- Behandel haar goed!
- Zorg goed voor haar!

Обращайся с ней хорошо!

- Wie hielp haar?
- Wie heeft haar geholpen?

- Кто ей помог?
- Кто ей помогал?

- Wij hielpen haar.
- Wij hebben haar geholpen.

Мы ей помогли.

- Zij hielpen haar.
- Zij hebben haar geholpen.

Они ей помогли.

- Hij sloeg haar.
- Hij heeft haar geslagen.

- Он дал ей пощёчину.
- Он шлёпнул её.
- Он ударил её.

Maria stopte een bloem in haar haar.

Мэри вставила в волосы цветок.

Mijn zus heeft haar haar op schouderlengte.

У моей сестры волосы до плеч.

Maria is haar haar aan het wassen.

Мэри моет голову.

- Groet haar als ge haar ziet!
- Zeg hallo als je haar ziet.

Передавай ей привет, когда увидишь!

- Heb jij haar vermoord?
- Heeft u haar vermoord?
- Hebben jullie haar vermoord?

- Ты её убил?
- Вы её убили?
- Ты убил её?
- Ты убила её?

Maria deed haar haar los en deed een knoop van haar bloesje open.

Мэри распустила волосы и расстегнула одну из пуговиц своей блузки.

- Tom zijn haar is zwart.
- Toms haar is zwart.
- Tom heeft zwart haar.

У Тома чёрные волосы.

Met haar dochter van middelbare leeftijd naast haar

рядом с ней сидит её дочь средних лет,

...bevindt zich buiten haar brein, in haar armen.

…сосредоточены за пределами мозга: в щупальцах.

- Haar vader is Japanner.
- Haar vader is Japans.

- Её отец - японец.
- Отец у неё японец.

- Haar moeder roept je.
- Haar moeder belt je.

- Её мама тебя зовёт.
- Тебе звонит её мама.

- Haar toespraak was uitmuntend.
- Haar speech was uitstekend.

Ее речь превосходна.

Haar verloofde gaf haar een heel grote ring.

Жених подарил ей очень большое кольцо.

Haar dokter wil haar naar een specialist verwijzen.

Её доктор хочет, чтобы она показалась специалисту.

- Dit is haar huis.
- Dat is haar huis.

- Это их дом.
- Это её дом.

- Ik hou van haar.
- Ik houd van haar.

- Я люблю её.
- Я её люблю.

- We zullen haar helpen.
- Wij zullen haar helpen.

Мы ей поможем.

- Frans is haar moedertaal.
- Haar moedertaal is Frans.

- Её родной язык французский.
- Французский — её родной язык.

Haar vrienden wachtten op haar bij de poort.

Друзья ждали её у ворот.

- Haar ex was mecanicien.
- Haar ex was monteur.

Ее бывший был механиком.

Dit is haar zoon uit haar eerste huwelijk.

Это её сын от первого брака.

Dit is haar dochter uit haar eerste huwelijk.

Это её дочь от первого брака.

- Haar kleed is lang.
- Haar jurk is lang.

У неё длинное платье.

- Hij is haar vader.
- Hij is haar papa.

Он её папа.

- Ze troost haar vader.
- Zij troost haar vader.

Она утешает отца.

- Wie knipt jouw haar?
- Wie knipt uw haar?

- Кто тебя стрижёт?
- Кто вас стрижёт?

Betty vermoordde haar.

Бетти убила её.

Hij bezwendelde haar.

Он надул её.

Ik ken haar.

- Я её знаю.
- Я знаю ее.
- Я с ней знаком.
- Я с ней знакома.

Hij helpt haar.

- Он помогает ей.
- Он ей помогает.

Wie helpt haar?

- Кто помогает ей?
- Кто ему помогает?
- Кто ей помогает?

We kennen haar.

Мы её знаем.

Maak haar wakker.

- Разбуди её.
- Разбудите её.
- Буди её.
- Будите её.

Laat haar los!

- Отпусти её!
- Отпустите её!

Luister naar haar.

Слушай её!