Translation of "Verjaardag" in English

0.011 sec.

Examples of using "Verjaardag" in a sentence and their english translations:

- Gefeliciteerd met je verjaardag!
- Gelukkige verjaardag!

- Happy birthday to you!
- Happy birthday!

- Vrolijke verjaardag, opa.
- Fijne verjaardag, opa.

Happy birthday, Grandpa.

- Fijne verjaardag, Tom!
- Fijne verjaardag, Tom.

- Happy birthday, Tom!
- Happy birthday, Tom.

Gelukkige verjaardag!

Happy anniversary!

- Gelukkige verjaardag Muiriel!
- Gefeliciteerd met je verjaardag, Muiriel!
- Fijne verjaardag, Muiriel!

Happy birthday, Muiriel!

- Wanneer is uw verjaardag?
- Wanneer is het jouw verjaardag?
- Wanneer is je verjaardag?

- When is your birthday?
- When's your birthday?

- Gelukkige verjaardag Muiriel!
- Gefeliciteerd met je verjaardag, Muiriel!

Happy birthday, Muiriel!

- Wanneer is uw verjaardag?
- Wanneer is je verjaardag?

- When is your birthday?
- When's your birthday?

Gelukkige verjaardag, Shishir!

Happy birthday, Shishir!

Gelukkige verjaardag, Aiba!

Happy birthday, Aiba!

Gelukkige verjaardag, Roemeniƫ!

Happy Birthday, Romania!

Fijne verjaardag, Muriel!

Happy birthday, Muriel!

Gelukkige verjaardag Muiriel!

Happy birthday, Muiriel!

Fijne verjaardag, Tom!

- Happy birthday, Tom!
- Happy birthday, Tom.

Vrolijke verjaardag, opa.

Happy birthday, Grandpa.

Fijne verjaardag, papa.

Happy birthday, Dad.

Fijne verjaardag, mama.

Happy birthday, Mom.

Fijne verjaardag, oma.

Happy birthday, Grandma.

Fijne verjaardag, opa.

Happy birthday, Grandpa.

- Wanneer is het jouw verjaardag?
- Wanneer is je verjaardag?

- When is your birthday?
- When's your birthday?

- Morgen is haar verjaardag.
- Morgen is het haar verjaardag.

Tomorrow is her birthday.

- Hij is mijn verjaardag vergeten.
- Hij vergat mijn verjaardag.

- He forgot my birthday.
- They forgot my birthday.

- Vandaag is het uw verjaardag.
- Vandaag is je verjaardag.

- Today is your birthday.
- Today's your birthday.

- Gisteren was het mijn verjaardag.
- Gisteren was mijn verjaardag.

Yesterday was my birthday.

Gefeliciteerd met je verjaardag!

- Happy birthday to you!
- Happy birthday!
- Happy Birthday!

Hoe was uw verjaardag?

How was your birthday?

Ze vergat mijn verjaardag.

- She forgot my birthday.
- They forgot my birthday.

Wanneer is uw verjaardag?

- When is your birthday?
- When's your birthday?

Toms verjaardag was gisteren.

Tom's birthday was yesterday.

Wanneer is je verjaardag?

- When is your birthday?
- When's your birthday?

Het is mijn verjaardag.

It's my birthday.

Wanneer is zijn verjaardag?

When is his birthday?

We vierden zijn verjaardag.

We celebrated his birthday.

Gisteren was mijn verjaardag.

Yesterday was my birthday.

Toms verjaardag was eergisteren.

Tom's birthday was the day before yesterday.

- Gefeliciteerd met je verjaardag, Muiriel!
- Hartelijke gelukwensen om uw verjaardag, Muriel!

Happy birthday, Muiriel!

- Fijne verjaardag, mevrouw Aiba!
- Hartelijk gefeliciteerd met uw verjaardag, juffrouw Aiba!

Happy birthday, Miss Aiba!

- Ze vierde haar vijftiende verjaardag gisteren.
- Ze vierde gisteren haar vijftiende verjaardag.

She celebrated her fifteenth birthday yesterday.

Het is bijna mijn verjaardag.

It's my birthday soon.

Wanneer is mijn broers verjaardag?

When is my brother's birthday?

Gisteren was het mijn verjaardag.

Yesterday was my birthday.

Weldra is het mijn verjaardag.

My birthday is coming up.

Mijn verjaardag is 22 maart.

My birthday is on March 22.

Vandaag is mijn zestiende verjaardag.

Today is my sixteenth birthday.

Toms verjaardag is 25 maart.

Tom's birthday is March 25th.

Wanneer is het jouw verjaardag?

- When is your birthday?
- When's your birthday?

Wij vergeten onze verjaardag niet.

We do not forget our birthday.

Hij is mijn verjaardag vergeten.

He forgot my birthday.

Mijn verjaardag is volgende week.

My birthday's next week.