Translation of "Woonde" in English

0.008 sec.

Examples of using "Woonde" in a sentence and their english translations:

"Waar woonde u?" "Ik woonde in Amsterdam."

"Where did you live?" "I lived in Amsterdam."

Ik woonde alleen.

I lived alone.

Tom woonde daar.

Tom lived there.

Woonde u hier?

Did you live here?

Waar woonde Tom?

Where did Tom live?

Ik woonde in Bydgoszcz.

- I used to live in Bydgoszcz.
- I lived in Bydgoszcz.

Bin woonde in Singapore.

Bin lived in Singapore.

Tom woonde in Australië.

Tom lived in Australia.

Ik woonde in Boston.

I lived in Boston.

Hij woonde daar alleen.

He was living there alone.

Ik woonde in Qatar.

I was living in Qatar.

Ik woonde in Teheran.

I lived in Tehran.

Ik woonde in Rome.

I lived in Rome.

Ik woonde in Mongolië.

I was living in Mongolia.

Ik woonde in Australië.

I lived in Australia.

Tom woonde bij ons.

- Tom lived with us.
- Tom was living with us.

Hij woonde daar helemaal alleen.

He lived there all by himself.

Hij woonde naast zijn oom.

He lived next to his uncle.

Mijn oma woonde bij ons.

My grandmother lived with us.

Ik woonde nabij een park.

I used to live near a park.

Ik woonde vroeger in Kobe.

- I've lived in Kobe before.
- I used to live in Kobe.

Ik woonde zijn begrafenis bij.

I attended his funeral.

Ik woonde vroeger in Bydgoszcz.

I used to live in Bydgoszcz.

Ik woonde vroeger in Australië.

I used to live in Australia.

Tom woonde vroeger in Boston.

Tom used to live in Boston.

Tom woonde naast zijn oom.

Tom lived next to his uncle.

Waar woonde je vorig jaar?

Where did you live last year?

Tom woonde in mijn buurt.

Tom used to live in my neighborhood.

Ik woonde toen in Boston.

I was living in Boston back then.

Tom woonde ook in Australië.

Tom also lived in Australia.

Sami woonde in een appartementencomplex.

Sami lived in an apartment complex.

- Ik dacht dat je in Boston woonde.
- Ik dacht dat u in Boston woonde.

- I thought that you lived in Boston.
- I thought you lived in Boston.

Mijn familie woonde in een hut.

My family was living in a hut.

- Woonden jullie hier?
- Woonde u hier?

Did you live here?

Ik woonde vorig jaar in Sanda.

I lived in Sanda City last year.

Ik woonde twee maanden in Vancouver.

I lived in Vancouver for two months.

Tien jaar geleden woonde hij hier.

He lived here ten years ago.

Hoe lang woonde je in Kobe?

How long have you lived in Kobe?

Ik woonde drie jaar in Sasayama.

I lived in Sasayama for three years.

Ik woonde tot 2013 in Boston.

I lived in Boston until 2013.

Hij woonde een tijdlang in Italië.

He lived in Italy for a while.

Ik woonde tot 2013 in Australië.

I lived in Australia until 2013.

Sami woonde in een victoriaans huis.

Sami lived in a Victorian house.

Ik woonde met Tom in Australië.

I lived in Australia with Tom.

Er woonde hier een afschuwelijk monster.

A hideous monster used to live there.

- Tom woonde hier.
- Tom heeft daar gewoond.
- Tom had hier een huis.
- Tom woonde daar.

Tom lived there.

- Ik had een neef die in Boston woonde.
- Ik had een nicht die in Boston woonde.

I had a cousin who lived in Boston.

Ik woonde tot mijn zesde in Osaka.

I lived in Osaka until I was six.

Bell woonde vroeger in Londen, of niet?

Bell used to live in London, didn't he?

Hij vroeg me waar mijn oom woonde.

He asked me where my uncle lived.

Ik woonde twee jaar geleden in Sasayama.

I lived in Sasayama two years ago.

Vorig jaar woonde ik in New York.

I lived in New York last year.

Waarom woonde je in Kyoto vorig jaar?

Why did you live in Kyoto last year?

Ik woonde drie jaar geleden in Japan.

I lived in Japan three years ago.

- Waar woonde je?
- Waar heb je gewoond?

Where did you live?

Ik dacht dat Tom in Boston woonde.

- I thought Tom was living in Boston.
- I thought Tom lived in Boston.
- I thought that Tom lived in Boston.
- I thought that Tom was living in Boston.

Vorig jaar woonde ik niet in Boston.

- I wasn't living in Boston last year.
- I didn't live in Boston last year.

Ik wist niet dat Tom hier woonde.

I didn't know Tom lived here.

- Tom heeft daar gewoond.
- Tom woonde daar.

Tom lived there.

Ik woonde een paar jaar in Australië.

I lived in Australia for a few years.

Ik woonde drie jaar geleden in Boston.

- I was living in Boston three years ago.
- I lived in Boston three years ago.

Ik woonde tot vorig jaar in Boston.

I lived in Boston until last year.

Ik woonde in een buitenwijk van Boston.

I lived in the suburbs of Boston.

Tom woonde in Lyon tijdens de oorlog.

Tom lived during the war in Lyon.

Tom dacht dat Maria in Australië woonde.

- Tom thought Mary lived in Australia.
- Tom thought that Mary lived in Australia.

Ik woonde drie jaar geleden in Australië.

- I was living in Australia three years ago.
- I lived in Australia three years ago.

Ik woonde tot vorig jaar in Australië.

I lived in Australia until last year.

Ik woonde vorig jaar niet in Australië.

I didn't live in Australia last year.

Ik woonde ook drie jaar in Australië.

I also lived in Australia for three years.