Examples of using "Testi" in a sentence and their dutch translations:
Hij werd getest op hiv.
Hoe was de wiskundetoets?
- Ik vond de test lastig.
- Ik vond de test moeilijk.
Uiteindelijk ben ik geslaagd in de test.
Heb je de test niet gehaald?
- Is hij geslaagd voor het examen?
- Is hij geslaagd voor de proef?
Hij heeft hard geleerd en de toets gehaald.
Ik moet studeren voor een biologietoets.
- Ik moet je testen op tuberculose.
- Ik moet u testen op tuberculose.
- Ben je ooit op hiv getest?
- Bent u ooit op hiv getest?
- Wil je getest worden op hiv?
- Wilt u getest worden op hiv?
Deze leerlingen hebben beiden de proef gefaald.
- Mag ik je testen op COVID-19?
- Mag ik u testen op COVID-19?
- Bent u ooit getest op tuberculose?
- Ben je ooit getest op tuberculose?
Een DNA-test toonde aan dat hij onschuldig was.
Een DNA-test bewees dat hij onschuldig was.
- Ik heb uw toestemming nodig om u te testen op COVID-19.
- Ik heb je toestemming nodig om je te testen op COVID-19.
- Wanneer was uw laatste gehoortest?
- Wanneer was je laatste gehoortest?
om herhaalde blootstelling aan risico's te simuleren.
dan was Theranos uit Silicon Valley sneller tegen de lamp gelopen
- Bent u in de afgelopen 14 dagen in nauw contact geweest met iemand die positief getest is op COVID-19?
- Ben je in de afgelopen 14 dagen in nauw contact geweest met iemand die positief getest is op COVID-19?