Examples of using "Matematik" in a sentence and their dutch translations:
De wiskunde, de modellen,
Wiskunde is moeilijk.
Wiskunde is leuk.
Ik ben goed in wiskunde.
Wiskunde maakt me bang.
Zij studeert wiskunde.
Hoe was de wiskundetoets?
Ik moet wiskunde studeren.
Wiskunde is net zoals de logica van de natuurkunde.
Heb je je wiskunde-examen gehaald?
Wiskunde is haar zwakke punt.
Zij studeert wiskunde.
Wiskunde is mijn lievelingsvak.
Wiskunde is een moeilijk vak.
Mijn wiskundeprofessor lijdt aan slapeloosheid.
Wiskunde is een goed vak.
Wiskunde is moeilijk voor mij.
Tom is een wiskunde-nerd.
Ik heb vandaag wiskundehuiswerk.
"Wiskunde is leuk." "Nee dat is het niet."
Onze eerste les is wiskunde.
Ik wil wiskunde studeren.
Waar is wiskunde goed voor?
Tom ging naar wiskundekamp.
Zij haatte haar wiskundeleraar.
Hij is trots op zijn wiskundevaardigheden.
Hij studeerde Engels en daarna wiskunde.
In theorie ben ik net met wiskunde bezig.
Wiskunde is mijn lievelingsvak.
Mevr. Paule is mijn wiskundeprofessor.
Wiskunde is niet louter formules uit het hoofd leren.
Morgen is een wiskundetest.
- Mijn lievelingsvak is wiskunde.
- Mijn favoriete vak is wiskunde.
Ik had vandaag een wiskundetoets.
Wiskunde is haar lievelingsvak op school.
Ik ben een wiskundeleraar op de middelbare school.
Ik weet niets van wiskunde.
- Wiskunde is een gemakkelijk onderwerp voor mij.
- Wiskunde is voor mij een makkelijk vak.
Tom houdt niet van wiskunde.
Ik weet niet hoe ik deze wiskundige vergelijking kan aantonen.
Wiskunde is mijn minst favoriete vak.
Behalve Engels geeft hij ook wiskunde.
- Wiskunde en Engels waren mijn lievelingsvakken.
- Wiskunde en Engels waren mijn favoriete vakken.
Hij stelde enige vragen over het wiskundeproefwerk.
Hij studeerde Engels en daarna wiskunde.
De wiskundeles van vandaag was interessanter dan gebruikelijk.
Copernicus studeerde wiskunde en sterrenkunde aan de universiteit van Krakau.
Dit kind loste het gecompliceerde mathematische probleem eenvoudig op.
Meneer, ik ben het hoofd van de elektronicaclub, de wiskundeclub en de schaakclub.
Waar is wiskunde goed voor?