Examples of using "Babama" in a sentence and their dutch translations:
Terug naar mijn vader.
Ik stel mijn vader vragen.
Ik kan het mijn vader niet vertellen.
Ik ben zoals mijn vader.
Zeg tegen papa dat hij moet komen.
Hij ziet eruit als mijn vader.
Gisteren heb ik mijn vader geholpen.
Iedereen zegt dat ik op mijn vader lijk.
Mijn moeder maakt een taart voor mijn vader.