Examples of using "Benziyor" in a sentence and their dutch translations:
Hij lijkt op zijn grootvader.
- Zij ziet eruit als haar moeder.
- Ze lijkt op haar moeder.
Als een lagune.
- Dat lijkt op thee.
- Dat ziet eruit als thee.
Hij lijkt op zijn grootvader.
Hoe ziet jouw winkel eruit?
Jouw fiets lijkt op die van mij.
Hij lijkt op zijn vader.
- Het dreigt te regenen.
- Er dreigt regen.
Hoe zijn de kamers?
- Hoe ziet jouw planeet eruit?
- Hoe ziet uw planeet eruit?
- Hoe ziet jullie planeet eruit?
Tom ziet eruit als een zombie.
Zij ziet eruit als haar moeder.
Tom gelijkt op zijn moeder.
Hoe ziet het eruit?
hij lijkt op mij.
en een touw rond het midden geknoopt.
Het lijkt op sneeuw, is het niet?
Jouw probleem lijkt op dat van mij.
Je o's zien eruit als a's.
Nancy lijkt op mijn zus.
De school ziet eruit als een gevangenis.
De vorm van het dak lijkt op een piramide.
Hij ziet eruit als mijn vader.
Zijn beschrijving kwam in de buurt van de waarheid.
- Hij ziet er precies zo uit als zijn oudere broer.
- Hij lijkt precies op zijn oudere broer.
Tom lijkt veel op John.
Het lijkt op een ufo.
Het lijkt op een cactus.
Dat smaakt naar thee.
Het ziet eruit als een sinaasappel.
Hoe ziet zij eruit?
Zijn auto lijkt op die van mij.
Esperanto klinkt een beetje als Italiaans.
Het lijkt op een pruik.
Tom lijkt precies op zijn vader.
Deze twee bladeren lijken op elkaar.
Het meisje lijkt op haar moeder.
Het lijkt wel een oude mijnketting.
Lijkt op een van de oude mijngangen.
Ja, dat lijkt op een vliegtuigwrak.
Je O's lijken op je A's.
Een aardvarken lijkt op een varken.
Als je afgaat op zijn uiterlijk, lijkt hij wel een bedelaar.
Leek hij op een dokter?
- Hij lijkt precies op zijn broer.
- Hij lijkt sprekend op zijn broer.
Hoe ziet ze eruit?
De vlag van Indonesië en die van Polen gelijken op elkaar.
Hoe ziet hij eruit?
Tom lijkt helemaal op iemand die ik ken.
Deze kamer lijkt wel een varkensstal.
Die school ziet eruit als een gevangenis.
De Turkse ambassade in Buenos Aires lijkt op een gevangenis.
Dit hele gebied... ...is een bevroren meer.
Het meisje lijkt op haar moeder.
Op het eerste gezicht lijken de twee bussen op elkaar.
Zij ziet eruit als zijn moeder.
Het lijkt me een oude verlaten mijnstad.
Gezien vanaf een afstand, ziet de rots eruit als een gehurkte menselijke figuur.
Hij lijkt als twee druppels water op zijn vader.
Die persoon lijkt op mij.
Ik weet wat je denkt, dit lijkt op elke andere golfbal.
Dit ziet eruit als een mijn. Laten we die ook bekijken.
Het lijkt een oude ladder... ...aan de wand.
Het schijnt dat het morgen zal regenen.
- Zo vader, zo zoon.
- Zo de vader, zo de zoon.
Haar zus ziet er jong uit.