Examples of using "ısrar" in a sentence and their dutch translations:
om onthoofd te worden, hij stond erop op te staan en van voren te worden onthoofd , zodat
Hij stond erop.
- Ik sta erop dat je aanwezig bent.
- Ik sta erop dat u aanwezig bent.
- Ze hield vol dat ze onschuldig was.
- Ze hield haar onschuld staande.
Waarom dring je aan? Ik heb reeds 'neen' gezegd!
Mijn vader drong erop aan om op de trein te wachten.
Ze houdt vol dat haar zoon onschuldig is.
Het meisje drong aan om naar de zoo gebracht te worden.
Hij staat erop nog een spel te spelen.
Moeder staat erop dat we om zeven uur ‘s avonds thuis moeten zijn.
Ze stond erop te solliciteren voor een deeltijdbaan.
Mijn broer drong erop aan er alleen te gaan.
Sorry maar ik moet aandringen, ik moet hem spreken.