Examples of using "Zaten" in a sentence and their dutch translations:
Hij is al weg.
Het is al donker.
Het is al augustus.
- Het wordt al donker.
- Het wordt nu al donker.
Ik heb al gegeten.
Hij is al een man.
Al gegeten?
Het is al donker.
Ik heb al koffie gedronken.
Ze zijn er al.
Het is al zes uur.
Het is al 7 uur.
Ik ben al klaar.
Ik heb me al verontschuldigd.
Tom is al in Boston.
Hij is al getrouwd.
Ik ben al oud.
We gaan allemaal toch dood.
Hij is al een man.
- De maan is al te zien.
- De maan schijnt al.
- Ik heb het Tom al verteld.
- Dat heb ik Tom al gezegd.
- Ik wist de waarheid al.
- Ik kende de waarheid al.
Ik heb mijn spullen al gepakt.
Ik heb de afwas al gedaan.
- Hij is al vertrokken.
- Hij is al weg.
- Ik heb dat al gedaan.
- Dat heb ik al gedaan.
Ik zou al gestopt zijn met werken.
Hoe oud ben jij eigenlijk?
Het is al 11 uur.
- De bank is al gesloten.
- De bank is al dicht.
Tom weet het al.
We hebben al gegeten.
Ze wisten het al.
Het is al aan de gang.
Ik was al moe.
Ik heb me al ingeschreven.
Ik heb het hem al verteld.
Toch hou ik van je.
De politie is hier.
Tom is al thuis.
De schade is al aangericht.
Ik ben al laat.
Is het al dinsdag?
Ik heb al genoeg gedaan.
Mijn tante is al hier.
Ik heb al in Coimbra gewoond.
Tom zit al in de bus.
Ik heb dit boek al gelezen.
Het is al te laat.
Het is al te laat.
Maar de klimaatcrisis is al opgelost.
- Het is al zeven uur.
- Het is al 7 uur.
Hij heeft al ja gezegd.
Het is al tien uur 's nachts.
Ze hebben het al bewezen!
Je kunt niet sterven als je al dood bent.
- We zijn al te laat.
- Wij zijn al te laat.
Je weet al te veel.
Zij zijn waarschijnlijk al dood.
We hebben al gegeten.
- Heeft Lucy al gebeld?
- Heeft Lucy al getelefoneerd?
Ik heb mijn werk al gedaan.
Heb je al gekozen?
Ik heb mijn huiswerk al af.
Het is al negen uur.
Op mijn vijfde kon ik al skiën.
Ik spreek al Frans.
- Ik dacht dat je dat al had gedaan.
- Ik dacht dat je dat al gedaan had.
Je bent al naar Berlijn geweest.
Tom is al in Boston aangekomen.
Tom heeft de tafel al gedekt.
Heeft u reeds ontbeten?
Ik heb er al drie gekocht.
Ik heb je mijn antwoord al gegeven.
Ik heb het boek al gelezen.
Dat heb ik Tom al gezegd.
Is hij al weg?
Ik heb het al gekocht.
Ik heb er toch al voor betaald.
Hebben jullie al gegeten?
Ik kan niet geloven dat het al Kerstmis is.
Ik denk dat je ze al kent.
Ik heb al koffie gedronken.
Ik heb dit boek al uit.
- Ik heb mijn werk al af.
- Ik ben al klaar met mijn werk.
- Ik heb mijn werk al gedaan.