Examples of using "Vecindario" in a sentence and their dutch translations:
- Ik ben opgegroeid in deze buurt.
- Ik groeide op in deze buurt.
- Ik ben in deze buurt opgegroeid.
Er blaft een hond in de buurt.
Ik kan niet in zo'n buurt wonen.
Vorige nacht was er een grote brand in de buurt.
Gisteren was er een brand in de buurt.
Hoe is de buurt? Rustig? Lawaaierig 's nachts?
Het zwembad wordt gemeenschappelijk gebruikt door alle kinderen in de buurt.
Hij woont niet in mijn buurt.