Examples of using "Vivir" in a sentence and their dutch translations:
Leven en laten leven.
Zijn jullie levensmoe?
Ik wil leven.
Willen jullie in Duitsland wonen?
Ik wil niet alleen leven.
Tom wilde leven.
Ik wil niet leven.
Waar wil je wonen?
Ik eet om te leven.
We eten om te leven.
Ik zou graag in Frankrijk wonen.
Zonder tv kan ik niet leven.
Zonder tv kan ik niet leven.
We moeten simpel leven zodat anderen simpelweg kunnen leven.
Men moet eten om te leven, niet leven om te eten.
Zonder jou kan ik niet leven.
Ik kan zo niet leven.
Zonder tv kan ik niet leven.
of habitats.
Ik hoop dat ik nog lang zal leven.
Leven en laten leven.
Ik wil niet alleen leven.
We eten om te leven.
Ik wil in Italië wonen.
Ik wil in Australië wonen.
Ik wil in Boston wonen.
- Ik kan zo niet leven.
- Ik kan niet op die manier leven.
Zo kunnen we niet leven.
Ik kan leven zonder water.
Willen jullie in Boston wonen?
Ik wil in Brazilië wonen.
Ik wilde in Parijs wonen.
We kunnen niet leven zonder lucht.
Ik kan zo niet leven.
We kunnen niet in eenzaamheid leven.
Maar ik leer te leven
Hun levens ondersteboven keren bespaart nog meer energie.
- Je moet je aan je principes houden.
- U moet zich aan uw principes houden.
Zonder zuurstof kun je niet leven.
Ik wil graag in IJsland wonen.
Ik wil in de stad wonen.
- Ik heb geleerd te leven zonder haar.
- Ik heb zonder haar leren leven.
Ik kan niet leven zonder Tom.
Ik ben van plan om in de stad te gaan wonen.
Ik zou daar niet willen wonen.
Niemand kan tweehonderd jaar leven.
Ik ben van plan om in deze stad te gaan wonen.
Ik wil op Antarctica wonen.
Tom wou in Boston wonen.
Vind je het leuk om in Boston te wonen?
Ik wil op het platteland wonen.
Leven is een moeilijke kunst.
- Zonder jou kan ik niet leven.
- Ik kan niet leven zonder jou.
Dan wilde in Mexico wonen.
Ik zou graag in Australië willen wonen.
We kunnen niet leven zonder zuurstof.
Ik zou hier in vrede kunnen leven.