Examples of using "Crecí" in a sentence and their dutch translations:
Ik ben hier opgegroeid.
Ik ben met Pokémon opgegroeid.
- Ik ben opgegroeid in Australië.
- Ik groeide op in Australië.
- Ik groeide op in het land.
- Ik ben opgegroeid op het platteland.
Ik groeide op in Boston.
Ik ben opgegroeid op het platteland.
Ik ben hier geboren en opgegroeid.
Ik ben in Tokio geboren en getogen.
Ik ben opgegroeid hier in Boston.
- Ik ben opgegroeid in de bergen.
- Ik groeide op in de bergen.
- Ik ben opgegroeid in de bossen.
- Ik groeide op in de bossen.
- Ik ben opgegroeid in deze buurt.
- Ik groeide op in deze buurt.
- Ik ben in deze buurt opgegroeid.
Ik ben in Boston geboren en getogen.
Ik ben opgegroeid met de Japanse keuken.
Ik groeide op in het land.
Ik groeide op in dat huis.
het huis waarin ik ben opgegroeid,
- Ik groeide op in de buurt van een rivier.
- Ik ben opgegroeid in de buurt van een rivier.
Ik herinner me het huis waar ik opgegroeid ben.
Ik ben opgegroeid met ‘Star Trek’ en ‘Forbidden Planet’
- Ik herinner mij het huis waarin ik opgegroeid ben.
- Ik herinner me het huis waar ik opgegroeid ben.
Ik ben opgegroeid in Kootenai County, Idaho.
Ik groeide op in een arbeidersgezin
Ik groeide op in een witte buitenwijk van Zuid-Afrika tijdens de apartheid,
Ik herinner me het huis waar ik opgegroeid ben.
Ik ben in dit huis opgegroeid.
- Ik ben opgegroeid in dat huis.
- Ik groeide op in dat huis.
Dat is het huis waar ik geboren ben en waar ik opgroeide.