Examples of using "¿cómo" in a sentence and their dutch translations:
Hoe gaat het?
Hoe gaat het met u?
Hoe is dat gebeurd?
- Hoe voelt ge u?
- Hoe voel je je?
- Hoe voelt u zich?
Hoe gaat het met u?
Hoe?
Hoe ben je binnengekomen?
- Hoe voelt ge u?
- Hoe voel je je?
- Hoe voelt u zich?
- Hoe gaat het?
- Hoe gaat het met je?
- Hoe gaat het ermee?
- Hoe gaat het met u?
- Hoe maak je het?
- Hoe is het ermee?
- Hoe gaat het met jullie?
Hoe is het met Maria?
Hoe gaat het nu met jullie?
- Goedenavond, hoe maakt u het?
- Goeienavond, hoe gaat het ermee?
Hoe is het gegaan?
Hoe is het mogelijk?
Hoe kon dat gebeuren?
Hoe cultiveren we actief
Zoals?
Hoe gaat het?
Hoe is het gegaan?
Hoe kan ik het uitleggen?
Wat een manier om te eten!
- Wablieft?
- Wat zegt u?
- Hoe is hij gekomen?
- Hoe is zij gekomen?
- Hoe gaat het?
- Hoe gaat het met je?
Hoe is het gegaan?
Hoe is dat gebeurd?
Je weet hoe.
Wat een manier van praten!
Hebben ze gezegd hoe?
Elk aspect van hoe we liefhebben, hoe we leven,
- Hoe heb je het gemaakt?
- Hoe hebben jullie het gemaakt?
- Hoe heeft u het gemaakt?
Hoe heeft hij dat gedaan?
Hoe doen we dat?
Hoe heb je haar leren kennen?
Hoe gaat het, Tom?
- Hoe gaat het?
- Hoe gaat het met je?
- Hoe gaat het ermee?
- Hoe gaat het met u?
- Hoe gaat het met jullie?
Hoe kon dat gebeuren?
- Goedenavond, hoe maakt u het?
- Goeienavond, hoe gaat het ermee?
Hoe gaat het met je?
hoe gaan we hier mee om, kunnen we iets meegaander zijn?
Hoe was uw verjaardag?
Hoe schrijf je "pretty"?
- Ik weet niet hoe ik u kan danken.
- Ik weet niet hoe ik jullie kan danken.
Hoe is het weer?
Hoe durft hij nog klagen?
En jullie? Hoe gaat het met jullie?
Hoe gaat het met je vader?
Hoe gaat het met uw echtgenote?
Hoe kon dat gebeuren?
Hoe was de bruiloft?
- Hoe noem je dit?
- Hoe heet dit?
Hoe kan je dat nu weten?
Hoe is het mogelijk?
Hoe heb jij je vakantie doorgebracht?
Hoe wil je dat doen dan?
Hoe kunnen we dit?
Dat zien ontwikkelen...
Hoe komt dat?
hoe moet het nu verder?
Hoe kan dat?
Hoe heet hij?
- Hoe gaat het met je?
- Hoe maak je het?
- Hoe gaat het met u?
- Hoe gaat het met jullie?
Hoe voel je je?
Hoe schrijft men dat?
Hoe voelt ge u?
Hoe zeg je...?
Hoe werkt internet?
Hoe durf je!
Hoe was ze?
Hoe heb je ze overtuigd?
Hoe is Tom ontsnapt?
- Hoe weet je dat?
- Hoe weet u dat?
- Hoe weten jullie dat?
- Hoe klinkt het?
- Waar klinkt het naar?