Examples of using "Llegó" in a sentence and their dutch translations:
Iemand kwam.
- Samantha is hier.
- Samantha is er.
- Tom is er.
- Tom is aangekomen.
Hij is er eindelijk!
Hij is uiteindelijk aangekomen.
Ze is eindelijk aangekomen!
Tom kwam laat aan.
Tom is gisteren aangekomen.
Tom is nooit aangekomen.
Hij was te laat.
Hij kwam bij het aanbreken van de dag.
De trein kwam stipt op tijd.
Het voorjaar is gearriveerd.
Hij verscheen dertig minuten te laat.
is binnengebracht door een ambulance,
Tom is als laatste aangekomen.
Onze trein kwam op tijd.
Uiteindelijk bereikte hij het hotel.
Betty kwam als laatste.
Hij kwam op tijd aan.
- Wanneer is Tom hier gekomen?
- Wanneer is Tom hier aangekomen?
Tom kwam aan in het hotel.
De trein kwam stipt op tijd.
Zoals gewoonlijk was ze te laat.
- Ze kwam als laatste.
- Ze is als laatste gekomen.
De bus kwam tien minuten te laat.
De trein kwam aan in Londen.
Uiteindelijk bereikte hij het hotel.
Hij verscheen dertig minuten te laat.
Iemand kwam.
Hij kwam veilig aan.
Tom kwam vannacht in Boston aan.
We hebben gewacht, maar hij is niet gekomen.
Hij is zaterdag aangekomen in Kyoto.
Ze is met de auto gekomen.
Eindelijk, hoewel laat, arriveerde hij.
Tom is al in Boston aangekomen.
Samantha is er.
De trein kwam stipt op tijd.
Wanneer bent u in Japan aangekomen?
Ze was te laat, zoals gewoonlijk.
Tom arriveerde drie minuten te vroeg.
Ik vraag me af wie kwam.
- De lente is begonnen.
- Het voorjaar is gearriveerd.
Hij was uitgeput toen hij thuiskwam.
In 2016 kwam er opnieuw een ongewenste bezoeker langs.
Tom was te laat voor het avondeten.
Hij kwam pas aan toen het concert al voorbij was.
Hij is hier tien minuten geleden aangekomen.
De bus kwam twee minuten te vroeg.
De bus kwam tien minuten te laat.
Wanneer kwam Tom hier aan?
Hij is hier tien minuten geleden aangekomen.
- Je kwam te laat.
- Je was te laat.
- Hij was te laat.
Ze was bijna te laat op school.
Hij kwam veilig thuis.
Tom kwam heel laat thuis.
Zo snel als het donker arriveerde...
De grote opluchting kwam een week later...
Het water kwam tot aan zijn middel.
Hij kwam met de bus.
De trein kwam op tijd aan in Kyoto.
Hij kwam te laat vanwege het ongeluk.
Een vos kwam langs.
De baby kwam kruipend in de achtertuin aan.
Francis kwam om zes uur bij Galeao aan.
Het geld kwam aan alsof het manna uit de hemel was.
Hij kwam juist op tijd aan op school.
Het vliegtuig kwam exact om negen uur aan.
Hij kwam naar Tokyo met een grote droom.
Hij is enkele dagen geleden in Amerika aangekomen.
Gisteren kwam Tom vroeger aan dan gewoonlijk.
Is Tom al gearriveerd?
nooit helemaal in de binnenste cirkel van generaal Bonaparte.