Examples of using "Peru" in a sentence and their dutch translations:
- Hebt ge al kalkoen gegeten?
- Heb je al eens kalkoen gegeten?
Deze kalkoen is lekker.
Maria heeft nog nooit een kalkoen gekookt.
Ik at een broodje kalkoen.
Veel mensen eten kalkoen op kerstdag.
Een kalkoen is iets groter dan een kip.
Het Titicacameer, het grootste meer van Zuid-Amerika, ligt in Peru.
Maria bond een schort om haar middel en haalde de kalkoen uit de oven.
Het grootste meer van Zuid-Amerika, het Titicacameer, ligt in Peru.
Wat zou je liever hebben met kerst? Ham of kalkoen? Geen van beide, ik ben veganist.
- Peru is, na Brazilië en Argentinië, het derde grootste land van Zuid-Amerika.
- Peru is na Brazilië en Argentinië het op twee na grootste land in Zuid-Amerika.