Examples of using "Este" in a sentence and their dutch translations:
Ik wil deze.
Drink dit sap!
Lees dit boek.
Probeer eens deze saus.
Probeer dit snoepje eens.
Hebt u deze man gezien?
Dit jaar...
Ik wil dit woordenboek.
- Je kan dit woordenboek gebruiken.
- U kunt dit woordenboek gebruiken.
- Je kunt dit woordenboek gebruiken.
- Is deze radio van u?
- Is dat uw radio?
Hebben jullie deze film gezien?
Dit boek is van jou.
Dit boek was gemakkelijk.
Deze thee is goed.
Dit meer is diep.
Dit lawaai is ondraaglijk.
- Hebt gij dit boek geschreven?
- Heb jij dit boek geschreven?
Waar namen jullie deze bus?
- Dit is zijn paard.
- Dat is zijn paard.
Kijk eens.
Ik keur dit project goed.
Wie is dit?
Laten we dit debat beëindigen.
- Ik heb die auto gekocht.
- Ik kocht die auto.
Dit is van ons.
Deze hond bijt.
Dit ben ik.
Vertaal deze tekst.
Persoonlijk bevalt mij dit hier beter.
Het is dit boek.
Onderteken deze cheque.
Lees dit boek.
We hebben deze film niet gezien.
Dit is mijn broer.
Mag ik dit brood eten?
Dit brood is heerlijk.
Dit is ons geheim.
Dit is mijn boek.
Dit elastiek heeft veel te bieden.
Deze auto is van hem.
- Deze auto is van hem.
- Deze auto is van haar.
Heb je deze video gezien?
Dit is je lot.
Deze jurk zou je goed staan.
Maar ik ben ook ongelooflijk trots op dit dier...
Dit boek kost 4 dollar
Is dit jouw boek?
- Heb je ooit dit gerecht gegeten?
- Heb je dit gerecht ooit gegeten?
Deze jongen is mijn zoon.
- Dit boek was erg interessant.
- Dit boek was zeer interessant.
Deze cake is erg zoet.
Dit boek is voor jou.
Dit medicijn zal de pijn verminderen.
Hoeveel kost deze paraplu?
Gaat deze bus naar het station?
Ze is verliefd op deze jongen.
En nieuwsgierig zoals deze...
Kijk eens wat een enorme tank.
Kijk eens.
- Ik kan dat restaurant aanbevelen.
- Ik kan dit restaurant aanbevelen.
Dat kasteel is mooi.
Hoeveel kost deze jurk?
- Wie heeft dit boek geschreven?
- Wie schreef dit boek?
Dit boek is van haar.
Tom wil deze.
- Deze klok doet het niet.
- Deze klok is kapot.
Deze hond is van mij.
- Wie is deze man?
- Wie is die man?
Dit is mijn paard.
Dit is mijn identiteitsbewijs.
- Dat boek is nieuw.
- Dit boek is nieuw.
Druk nooit op deze knop.
Wat is deze geur?
Ik hou van dit spel.
Welk boek is dit?
Dit artikel is goedkoop.
Deze hond is gay.
Dit potlood is wit.
Dit potlood is rood.
Deze klok is van mij.
Dat perceel is te koop.
Dit is een leeuw.
Deze hoed is van jou.
- Dit is een paard.
- Dit is een ros.
Zit er vlees in dit eten?
Het boek is oud.
Die student is lui.
Deze diamant is nep.