Examples of using "Frango" in a sentence and their dutch translations:
Ik eet kip.
- Dat is kip.
- Het is kip.
Weet je hoe je kip moet bereiden?
Dit vlees is kippenvlees.
Ik ben gek op kip.
Mijn kip is hier.
Ik hou van kip.
Het smaakt naar kip.
- Ze kocht een kip.
- Ze heeft een kip gekocht.
De kip was heerlijk.
Ik at kipnuggets.
- Dit vlees is kippenvlees.
- Dat vlees is kip.
Sommige mensen houden niet van kippen.
Een kalkoen is iets groter dan een kip.
Kip, tonijn en sojabonen zijn goede bronnen van eiwitten.
De tweede gang heeft kikkererwten, kip, vlees, worst en aardappel.
Tom zegt dat hij een kip kan pluimen in minder dan tien minuten.
Een veulen is een onvolwassen paard; een kuiken, een onvolwassen kip; een kalf, een onvolwassen rund; een vogeljong, een onvolwassen vogel.