Examples of using "Neto" in a sentence and their dutch translations:
Tom is Maria's kleinzoon.
Mijn kleinkind is nog een baby.
Zijn kleinkind woont in Nederland.
Als je wil te weten komen wat het woord "blogosfeer" betekent, moet je dat niet aan mij vragen; vraag het aan je kleinzoon!
Mijn kleinzoon heeft een poesje. Het poesje heeft een zwart-witte vacht en groenige ogen. Mijn kleinzoon is er dol op om met haar te spelen. Hij heeft haar de naam Vivi gegeven. Vivi is mooi. Het is ons huisdier.