Examples of using "Mim" in a sentence and their dutch translations:
Stuur het naar me op.
Wacht op mij!
Ga maar zonder mij.
Kijk me aan.
Geloof me.
- Telefoneer mij!
- Bel me op!
Breng het naar mij.
- Telefoneer mij!
- Bel me op!
Neem je me in de zeik?
- Herinner je je mij nog?
- Ken je me nog?
- Ze vertrouwde mij.
- Ze had vertrouwen in mij.
Je loog tegen me!
Gelooft gij mij?
Vertrouw me, Tom.
- Wacht op mij.
- Wacht op mij!
Zij logen tegen me.
- Ga maar zonder mij.
- Ga verder zonder mij.
Vertrouw op mij.
Vertrouw me.
Arme ik.
Helaas!
- Geloof me!
- Geloof me.
- Kijk me aan.
- Kijk naar me!
- Kijk me aan!
Wacht op mij!
- Kies mij!
- Kies me!
Ga zonder mij!
- Ben je bang voor mij?
- Bent u bang voor mij?
- Zijn jullie bang voor mij?
Hebben jullie het over mij?
Het kan me niet schelen.
Dat is Chinees voor mij.
Dat is Chinees voor mij.
Iedereen is tegen mij.
Bedoelt u mij?
Kun je me aankijken?
Mijn leraren vinden me aardig.
Wacht a.u.b. op mij.
Pak een ticket voor me.
Je betekent veel voor me.
Lieg niet tegen mij.
Breng hem naar mij toe.
Niemand geloofde mij.
Wat zal er van mij worden?
Tom heeft me nodig.
- Je loog tegen me.
- U loog tegen me.
- Jullie logen tegen me.
Niet zo dichtbij.
Tom heeft me uitgelachen.
Het betekende veel voor me.
Je loog tegen me!
Hij heeft tegen mij gelogen.
- Heeft u over mij gesproken?
- Heb je over mij gesproken?
Herinner je je mij nog?
Niemand gelooft me.
Doe het voor mij.
- Tom vertrouwt op mij.
- Tom gelooft in mij.
- Tom vertrouwt me.
Ik zou er niet om geven.
Geef het aan mij.
Blijf dicht bij mij.
- Vindt u mij aardig?
- Vindt hij mij aardig?
- Vindt zij mij aardig?
Je hebt mij.
Lees na mij.
Tom kwam naar me toe.
Voor mij is het onaanvaardbaar.
Dat is voor mij.
Iedereen is tegen mij.
- Iedereen keek me aan.
- Iedereen was mij aan het aankijken.
Waarom vlucht je van me weg?
Kun je boodschappen voor me doen?
Ik zou willen dat je me vertrouwde.
- U liegt nu tegen me.
- Jullie liegen nu tegen me.
Je moet mij geloven.
Je vraagt veel van me.
Ik wil dat je iets voor me doet.
Wat is het dat je van mij verlangt?
Kan je dit lied voor me vertalen?
- Ze houden niet van mij.
- Ze mogen me niet.
Dat is Chinees voor mij.
- Dat hangt niet van mij af.
- Het hangt niet van mij af.
- Je mag me geloven.
- U kunt me geloven.
- U mag me geloven.
Ze gelooft mij altijd.
Vergeet mij niet.
Volgens mij is hij onschuldig.
Het was heel moeilijk voor me.
Niemand zal me geloven.
- Geloof je me nu?
- Gelooft u me nu?
- Geloven jullie me nu?
Bak eens een ei voor mij.
Neem dat boek voor mij.
Bel me.
Jullie weten alles over mij.
"Vertrouw me", zei hij.
- Jij vindt me niet aardig.
- Je mag me niet.
Ze is onvervangbaar voor mij.
Seks vind ik belangrijk.
Iedereen had het op mij gemunt.
Ik heb de deur laten repareren.