Examples of using "Igual" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb nog nooit zoiets gezien.
Verspreid het zand gelijkmatig.
Een dollar is gelijk aan honderd dollarcent.
Iedereen heeft het recht op gelijke verloning, zonder discriminatie.
Jouw situatie is hetzelfde als de mijne.
Je bent net als jouw vader.
- Drie maal vijf is vijftien.
- 3 vermenigvuldigd met 5 is 15.
- Eén plus twee is gelijk aan drie.
- Eén en twee is drie.
- Eén plus twee is drie.
Vijf maal twee is tien.
- Vijf plus drie is gelijk aan acht.
- Vijf plus drie is acht.
Tien minus twee is gelijk aan acht.
Tien gedeeld door vijf is twee.
Alle mensen zijn gelijk.
Hij beheerst beter het Frans dan wie ook.
Drie tot de derde macht is zevenentwintig.
Tom kocht dezelfde camera die Mary ook heeft.
De som van de kwadraten van de rechthoekszijden is gelijk aan het kwadraat van de hypotenusa.
Vijf plus twee is zeven.
De som van alle hoeken in een driehoek is 180 graden.
Het kwadraat van de hypotenusa is gelijk aan de som van de kwadraten van de twee andere zijden.
Alle mensen zijn gelijk.
De afstand van A naar B is precies gelijk aan de afstand van B naar A.
Ik heb gisteren net zo'n pen gekocht als jij hebt.
Het leek erop dat lezen een van zijn ongezonde gewoontes was, aangezien hij zich even gretig stortte op alles wat hij maar in handen kreeg.
Drie tot de derde macht is zevenentwintig.