Translation of "Toda" in Dutch

0.008 sec.

Examples of using "Toda" in a sentence and their dutch translations:

toda ela,

en dan alles,

- Toda a comida desapareceu.
- Toda a comida acabou.

Al het eten was weg.

- Eu trabalhei a noite toda.
- Trabalhei a noite toda.

Ik heb de hele nacht doorgewerkt.

- Ele abandonou toda esperança.
- Ele perdeu toda a esperança.

Hij gaf alle hoop op.

Eu alimento meu gato toda manhã e toda noite.

Ik voer mijn kat elke ochtend en elke avond.

Toda a gente nos respeita. Toda a gente nos respeita.

Iedereen heeft respect voor je. Iedereen heeft respect voor je.

Percorre toda a encosta.

Hij gaat helemaal deze rotswand op.

Ele abandonou toda esperança.

Hij gaf alle hoop op.

Chorei a noite toda.

- Ik heb de hele nacht geweend.
- Ik heb de hele nacht gehuild.

Dormi a tarde toda.

Ik heb de hele namiddag geslapen.

Ela é toda sua.

Zij is helemaal voor jou.

Trabalha toda a noite.

Hij werkt de hele nacht.

- Você ficou sozinho a semana toda?
- Você ficou sozinha a semana toda?

Was je de hele week alleen?

Toda a carne estava ruim.

Al het vlees was slecht.

Ele viajou a Europa toda.

Hij reisde door heel Europa.

Eu trabalhei a noite toda.

Ik heb de hele nacht doorgewerkt.

Tom chorou a noite toda.

- Tom weende de hele nacht lang.
- Tom huilde de hele nacht.

Conte-me a história toda.

Vertel me het hele verhaal.

Eles cantaram toda a noite.

Ze zongen de hele nacht.

Lavo o rosto toda manhã.

Ik was mijn gezicht iedere ochtend.

Toda pessoa é um mundo.

Ieder mens is een wereld.

Ela o cumprimenta toda manhã.

Ze groet hem elke ochtend.

Elas o fazem toda semana.

Ze doen het elke week.

Choveu durante toda a tarde.

Het regende de hele middag.

Toda a nação quer paz.

De hele natie wil vrede.

Ele perdera toda a esperança.

- Hij was alle hoop kwijt.
- Hij had alle hoop verloren.
- Hij had elke hoop opgegeven.
- Hij zag het niet meer zitten.

Em toda regra há exceções.

Elke regel heeft uitzonderingen.

A culpa é toda minha.

- Het is helemaal mijn schuld.
- Het is helemaal mijn fout.

Toda tentativa merece uma recompensa.

Elke inspanning verdient een beloning.

Ela chorou a noite toda.

- Ze heeft de hele nacht geweend.
- Ze heeft de hele nacht gehuild.
- Ze huilde de hele nacht.

Eu faço compras toda manhã.

Ik doe iedere morgen boodschappen.

Tom tem toda a razão.

Tom heeft absoluut gelijk.

- Deixai toda esperança, ó vós que entrais.
- Abandonai toda a esperança, vós que entrais.

Laat varen alle hoop, gij die hier binnentreedt!

- Estou acostumado a trabalhar toda a noite.
- Estou acostumada a trabalhar toda a noite.

Ik ben het gewend om de hele nacht door te werken.

A fogueira faz toda a diferença.

Dit vuur maakt het verschil.

toda minha família têm nomes palíndromos.

mijn hele familie heeft palindromische namen.

Não utilize toda a água quente.

Gebruik niet al het warme water.

O trem para em toda estação.

De trein stopt op elk station.

Ele liga para ela toda noite.

Hij telefoneert haar elke avond.

Ele caminha toda manhã pelo parque.

Hij wandelt elke morgen in het park.

Eu dou uma caminhada toda manhã.

Ik wandel elke morgen.

Escove os dentes após toda refeição.

Poets je tanden na iedere maaltijd.

Fiquei acordado durante a noite toda.

Ik bleef de hele nacht wakker.

Quem comeu toda a nossa comida?

Wie heeft al ons eten opgegeten?

Toda a família saiu do carro.

De hele familie kwam uit de auto.

A chuva durou a noite toda.

De regen bleef de ganse nacht door aanhouden.

Você não pode ganhar toda vez.

Je kunt niet iedere keer winnen.

Ela lê o jornal toda manhã.

- Iedere morgen leest ze de krant.
- Ze leest elke morgen de krant.

O bebê chorou a noite toda.

- De baby huilde de hele nacht.
- De baby huilde de hele nacht door.

Devemos trabalhar durante toda a vida.

Een leven lang moeten we werken.

Ele lê o jornal toda manhã.

Iedere morgen leest hij de krant.

Ninguém pode estar em toda parte.

Niemand kan overal zijn.

Eu viajei por toda a Holanda.

Ik reisde door heel Nederland.

Carol se levanta cedo toda manhã.

Carol staat elke ochtend vroeg op.

Toda criança precisa de uma mãe.

Een kind heeft een moeder nodig.

Ela passou a noite toda chorando.

Ze heeft de hele nacht gehuild.

Ele lava a bicicleta toda semana.

Hij wast de fiets elke week.

Minha família está toda muito bem.

Mijn gehele familie maakt het erg goed.

Acho toda essa discussão realmente estúpida.

Ik vind die hele discussie echt stom.

E toda esta atividade... ... não passa despercebida.

En al deze bezigheid blijft niet onopgemerkt.

E depois cobriu toda a minha mão.

En bedekte mijn hele hand.

O bebê ficou chorando a noite toda.

De baby huilde de hele nacht door.

Toda a colônia herdará o DNA mutante.

De hele kolonie zal het mutante DNA erven.

Passei a tarde toda limpando a casa.

Ik was de hele middag bezig met het huis schoonmaken.

Toda vez que chove, o teto goteja.

Iedere keer als het regent, lekt het dak.

Toda a família estava doente de cama.

- Het ganse gezin lag ziek in bed.
- Het hele gezin lag ziek in bed.

Eu vivi em Boston minha vida toda.

Ik heb mijn hele leven in Boston gewoond.

Ele viveu lá durante toda sua vida.

- Hij heeft daar heel zijn leven gewoond.
- Hij woont daar vanaf zijn geboorte.

Estou acostumado a trabalhar toda a noite.

Ik ben het gewend om de hele nacht door te werken.

Ela contou-lhe toda a sua aventura.

Zij vertelde hem heel haar avontuur.

Passaram a noite toda comigo no quarto.

Ze waren de hele nacht met mij in die kamer.

Toda noite estou com dor de cabeça.

Ik heb elke nacht koppijn.

Tom ia ao hospital toda segunda-feira.

Tom ging elke maandag naar het ziekenhuis.

Não vou esperar por toda a eternidade.

Ik ga niet eeuwig wachten.

Deixei a janela aberta a noite toda.

Ik liet het raam de hele nacht open.

Eu agradeço muito toda a tua ajuda.

Ik ben je zeer dankbaar voor al je hulp.

Toda a sua família trabalha em uma fazenda.

Zijn hele familie werkt op een boerderij.

Para toda ação chega o tempo do pagamento.

Boontje komt om zijn loontje.

Eu encontro a Mihaela toda manhã no metrô.

Ik ontmoet Mihaela elke morgen in de metro.

Tom se levanta toda manhã às seis horas.

Tom staat iedere morgen om zes uur op.

Ele e só ele sabe toda a verdade.

- Hij en alleen hij weet de hele waarheid.
- Hij en alleen hij kent de hele waarheid.

Sinto-me enjoado toda vez que me levanto.

- Ik voel me duizelig elke keer als ik opsta.
- Telkens wanneer ik recht sta, voel ik mijn hoofd draaien.
- Ik voel me bijna bezwijmen, telkens als ik opsta.

Ele viveu lá durante toda a sua vida.

Hij heeft daar heel zijn leven gewoond.