Translation of "Escritório" in Dutch

- Estarei em meu escritório.
- Eu estarei em meu escritório.

Ik zal in mijn kantoor zijn.

Ela está no escritório.

Zij is op kantoor.

- Eu te vejo amanhã no escritório.
- Te vejo amanhã no escritório.

Tot morgen op kantoor.

No escritório somos doze pessoas.

Op kantoor zijn we met zijn twaalven.

Ele trabalha comigo no escritório.

Hij werkt met mij in het kantoor.

Vou voltar para o escritório.

Ik ga terug naar kantoor.

Meu escritório fica no quinto andar.

Mijn kantoor bevindt zich op de vijfde verdieping.

Foi fácil encontrar o escritório dele.

Het was makkelijk om zijn kantoor te vinden.

A porta do escritório é amarela.

De deur van het kantoor is geel.

Meu escritório é no quinto andar.

- Mijn kantoor bevindt zich op de vijfde verdieping.
- Mijn kantoor is op de vijfde verdieping.

Ele acabou de sair do escritório.

Hij is net uit het kantoor vertrokken.

Tom veio a meu escritório esta manhã.

Deze morgen is Tom naar mijn kantoor gekomen.

Meu escritório se encontra no quinto andar.

Mijn kantoor bevindt zich op de vijfde verdieping.

Quero te mostrar algo em meu escritório.

- Ik wil je iets laten zien in mijn bureau.
- Ik wil je iets laten zien in mijn kantoor.
- Ik wil u iets laten zien in mijn kantoor.
- Ik wil jullie iets laten zien in mijn kantoor.

Alguém deixou as janelas do escritório abertas.

- Iemand liet de ramen van het kantoor open.
- Iemand heeft de vensters van het kantoor opengelaten.

Tom e Maria trabalham no mesmo escritório.

Tom en Mary werken in hetzelfde kantoor.

Você pode ir ao escritório de trem?

Kunt ge met de trein naar kantoor gaan?

Você se sente nervoso no escritório hoje?

- Voel je je nerveus op kantoor vandaag?
- Voelt u zich nerveus op kantoor vandaag?

Tom não precisou de um escritório maior.

Tom hoefde geen groter kantoor.

Tom está esperando a gente no escritório dele.

Tom wacht op ons in zijn kantoor.

O escritório do sr. Popescu fica no décimo andar.

Het kantoor van meneer Popescu is op de tiende verdieping.

O senhor Kinoshita esqueceu os óculos no escritório ontem.

Meneer Kinoshita heeft zijn bril gisteren op kantoor laten liggen.

O escritório do senhor Popescu fica no décimo andar.

Het kantoor van meneer Popescu is op de tiende verdieping.

Costumeiramente meu pai vai de ônibus para o escritório.

Normaal gaat mijn vader met de bus naar kantoor.

É caro alugar um escritório no centro de Boston.

Het is duur om een kantoor te huren in het centrum van Boston.

O senhor Tanaka não está em seu escritório no momento.

De heer Tanaka is op het ogenblik niet op zijn kantoor.

Tom me disse que tinha que voltar para o escritório.

Tom zei tegen me dat hij terug moest naar kantoor.

Eu não quero que o Tom vá ao seu escritório.

Ik wil niet dat Tom naar je kantoor gaat.

A minha secretária é a pessoa mais doce de todo o escritório.

Mijn secretaresse is de liefste persoon op het kantoor.