Examples of using "Concorda" in a sentence and their dutch translations:
Tom is ermee eens.
Zijn jullie het ermee eens?
- Hij is een jazegger.
- Hij zegt overal amen op.
- Het merendeel van de mensen gaat akkoord.
- De meeste mensen zijn het eens.
- De meeste mensen zijn het ermee eens.
Zijn jullie het ermee eens?
Ben je het daarmee eens of niet?
Iedereen is het eens.
- Ga je niet akkoord met dat plan?
- Ben je het niet eens met dit plan?
Ben je het niet met me eens?
- Iedereen is het met je eens.
- Iedereen is het met jullie eens.
Wie is het niet met ons eens?