Examples of using "Bolso" in a sentence and their dutch translations:
Hij haalde iets uit zijn zak.
Stop het geld in je zak.
Wat heb je in je zak?
Wat heb je in je zak?
Er viel een muntstuk uit zijn zak.
Wat hebt ge nog meer op zak?
Tom deed zijn telefoon in zijn zak.
Ben stak zijn handen in zijn broekzakken.
Tom stak de sleutels in zijn zak.
Met geen rooie duit.
Wat is dat in uw zak?
De rest doe ik in mijn zak. Geweldige vondst.
Tom haalde een biljet van twintig dollar uit zijn zak.