Examples of using "Atirou" in a sentence and their dutch translations:
- Heb je Tom neergeschoten?
- Heeft u Tom neergeschoten?
- Hebben jullie Tom neergeschoten?
- De jongen gooide een steen.
- De jongen heeft een steen gegooid.
De jager schoot een beer neer.
Tom verscheen, en schoot op John.
- De politieagent heeft in de lucht geschoten.
- De politieagent schoot in de lucht.
Tom beweert dat hij Maria uit zelfverdediging heeft neergeschoten.
Hardrada wierp zich in het heetst van de strijd, ongewapend, zijn zwaard met