Examples of using "Siedzi" in a sentence and their dutch translations:
Twee kinderen zitten op een hek.
Hij zit aan tafel.
Twee kinderen zitten op een hek.
Zit er een kat op tafel?
Hij zit aan tafel, half in slaap.
Hij zit in deze stoel wanneer hij tv-kijkt.
Mijn moeder is niet altijd thuis.