Examples of using "Dwoje" in a sentence and their dutch translations:
Ik heb twee kinderen.
Twee kinderen zitten op een hek.
- Een kat heeft twee oren.
- De kat heeft twee oren.
Ik heb maar twee kinderen.
Ze heeft twee kinderen.
Hij is getrouwd en heeft twee kinderen.
Twee kinderen zitten op een hek.
Ik heb twee broers.
- Wij hebben twee kinderen.
- We hebben twee kinderen.
Nu zijn we eindelijk alleen met z'n tweeën.
Slechts twee mensen overleefden de aardbeving.