Examples of using "Czekać" in a sentence and their dutch translations:
- Even geduld alsjeblieft.
- Even geduld alstublieft.
- Een ogenblik geduld alstublieft.
- Een ogenblik geduld alsjeblieft
Ik kan niet wachten.
Ik zal wachten.
Er is mij gevraagd hier te wachten.
- Ik kan niet meer wachten.
- Ik kan niet langer wachten.
Hij zal op je wachten.
- Hoelang moet je wachten?
- Hoelang zal je moeten wachten?
Even geduld alsjeblieft.
Waarom wachten op Kerstmis?
We hebben geen tijd om te wachten.
Toen moesten we lang wachten.
Zou ik wachten tot ze weer komt?
Ik kan niet eeuwig wachten.
Ik wil niet zo lang wachten.
Ik kan niet op je wachten.
- Gelieve te wachten voor kamer 213.
- Wacht alstublieft voor kamer 213.
Hoe lang moet ik wachten?
Ze moet wachten op de duisternis.
Ik wil hier niet blijven hangen. Ik wil naar de overkant.
Ze heeft mij een half uur laten wachten.
Hij heeft me lang laten wachten.
Ik wil niet zo lang wachten.
Het jagen zal weken niet meer zo goed gaan.
Het spijt me dat ik je zo lang heb laten wachten.
Nu kunnen we alleen maar proberen warm te blijven en wachten.
Nu kunnen we alleen maar proberen warm te blijven en wachten.