Translation of "Ile" in Dutch

Ile?

Hoeveel?

- Ile one kosztują?
- Ile kosztują?

Hoeveel kosten ze?

- Ile hamburgerów zjadłeś?
- Ile hamburgerów zjadłaś?

- Hoeveel hamburgers heb je gegeten?
- Hoeveel hamburgers heeft u gegeten?
- Hoeveel hamburgers hebben jullie gegeten?

- Ile osób zaprosiłeś?
- Ile osób zaprosiłaś?

Hoeveel mensen heb je uitgenodigd?

Ile potrzebujesz?

Hoeveel hebt ge nodig?

Ile jabłek?

Hoeveel appels?

Dobrze. Ile?

Zeker. Hoe veel?

Ile kosztują?

Hoeveel kosten ze?

Ile kosztuje?

Hoeveel kost het?

- Ile jestem ci winien?
- Ile jestem ci winna?

- Hoeveel moet ik u?
- Hoeveel ben ik u verschuldigd?

Ile kosztuje długopis?

Hoeveel kost deze pen?

Ile zarabia miesięcznie?

Hoeveel verdient hij per maand?

Ile masz ołówków?

Hoeveel potloden heb je?

Ile masz pieniędzy?

Hoeveel geld heb je?

Ile to kosztuje?

Hoeveel kost dit?

Ile zostało czasu?

Hoeveel tijd blijft er nog over?

Ile kosztowały bilety?

Hoeveel hebben de tickets gekost?

Ile masz lat?

Hoe oud ben je?

Ile mam zapłacić?

Hoeveel moet ik betalen?

Ile to waży?

Hoeveel weegt dat?

Ile masz dzieci?

Hoeveel kinderen heb je?

Ile kosztował bilet?

Wat kostte het kaartje?

Ile jest jabłek?

Hoeveel appels zijn daar?

Ile masz płyt?

Hoeveel cd's heb je?

Ile macie długopisów?

Hoeveel pennen hebben jullie?

Ile czasu potrzebujemy?

Hoeveel tijd hebben we nodig?

Ile masz książek?

- Hoeveel boeken bezit je?
- Hoeveel boeken hebben jullie?

- Ile lat ma twój dziadek?
- Ile twój dziadek ma lat?

- Hoe oud is je opa?
- Hoe oud is je grootvader?

- "Ile masz lat?" "16."
- "Ile masz lat?" "Mam szesnaście lat".

"Hoe oud ben je?" "Ik ben 16 jaar."

Ile razy cię postrzelono?

Hoe vaak hebben ze je beschoten?

Ile on ma książek?

- Hoeveel boeken heeft hij?
- Hoeveel boeken bezit hij?

Ile mamy dzisiaj stopni?

Hoeveel graden is het vandaag?

Ile kosztuje cała paczka?

Hoeveel kost het hele pakket?

Ile kosztuje ta suknia?

Hoeveel kost deze jurk?

Ile będziesz musiała czekać?

- Hoelang moet je wachten?
- Hoelang zal je moeten wachten?

Ile on ma lat?

Hoe oud is hij?

Ile to razem kosztuje?

Wat kost dat samen?

Ile czasu ci zostało?

Hoeveel tijd heb je?

Ile książek posiada pan?

Hoeveel boeken bezit u?

Ile kosztuje ten zegarek?

- Hoeveel kost dit uurwerk?
- Hoeveel kost dit horloge?

Ile kosztowały te okulary?

- Hoeveel heeft deze bril gekost?
- Wat kostte deze bril?

Ile kosztuje ten krawat?

Wat kost deze stropdas?

Ile kosztuje sok pomarańczowy?

Hoeveel kost het sinaasappelsap?

Ile kosztuje kilo poru?

Hoeveel kost de kilo prei?

Ile kosztują te spodnie?

Hoeveel kost die broek?

Ile Tom ma sióstr?

Hoeveel zussen heeft Tom?

Ile księżyców ma Mars?

Hoeveel manen heeft Mars?

Ile czasu to zajmuje?

Hoelang duurt het?

Ile kosztuje przejazd autobusem?

- Hoeveel kost de bus?
- Hoeveel kost een busreis?
- Wat kost het met de bus?

Ile kosztuje butelka piwa?

Hoeveel kost een fles bier?

Ile ci jeszcze zostało?

Hoeveel hebt ge er nog over?

Ile ona miesięcznie wydaje?

- Hoeveel besteedt ze per maand?
- Hoeveel geeft ze per maand uit?

Ile kosztuje ten parasol?

Hoeveel kost deze paraplu?

Ile to będzie kosztowało?

Hoeveel gaat dat kosten?

Ile kosztuje ta chustka?

Hoeveel kost deze zakdoek?

Ile kosztuje ta sofa?

Hoeveel kost deze bank?

Ile to przystanków stąd?

Hoeveel haltes zijn het vanaf hier?

Ile tamto będzie kosztowało?

- Wat gaat het kosten?
- Hoeveel gaat het kosten?

Ile waży twoja walizka?

Wat is het gewicht van je aktetas?

Ile kosztuje kilogram ananasów?

Hoeveel kost de ananas per kilogram?

Ile on ma pieniędzy?

Hoeveel geld heeft hij?

Ile kosztuje ta czapka?

Hoeveel kost deze pet?

Ile kartek bożonarodzeniowych wysłałeś?

- Hoeveel kerstkaarten heb je verzonden?
- Hoeveel kerstkaarten heb je verstuurd?
- Hoeveel kerstkaartjes heb je verzonden?
- Hoeveel kerstkaartjes heb je verstuurd?
- Hoeveel kerstkaartjes heeft u verzonden?
- Hoeveel kerstkaartjes heeft u verstuurd?
- Hoeveel kerstkaarten heeft u verzonden?
- Hoeveel kerstkaarten heeft u verstuurd?
- Hoeveel kerstkaarten hebben jullie verzonden?
- Hoeveel kerstkaarten hebben jullie verstuurd?
- Hoeveel kerstkaartjes hebben jullie verzonden?
- Hoeveel kerstkaartjes hebben jullie verstuurd?

Ile kosztuje ta lampa?

Hoeveel kost die lamp?

Ile lat ma Tom?

Hoe oud is Tom?

Na ile lat wyglądam?

Hoe oud zie ik eruit?

O ile się nie zaciągasz...

Zolang je er niet te veel aan ruikt.

Ile książek jest na stole?

Hoeveel boeken bevinden zich op de tafel?

Ile twój dziadek ma lat?

- Hoe oud is je opa?
- Hoe oud is je grootvader?

Ile jest jezior w Finlandii?

Hoeveel meren zijn er in Finland?

- Jak dużo chcesz?
- Ile chcesz?

Hoeveel wil je?

Ile lat ma Twój wujek?

- Hoe oud is jouw oom?
- Hoe oud is uw oom?
- Hoe oud is jullie oom?

Ile kosztuje ten rower górski?

Hoeveel kost die mountainbike?

Ile jajek jest w kuchni?

Hoeveel eieren zijn er in de keuken?

Ile trwa podróż do Madrytu?

Hoe lang duurt het om naar Madrid te gaan?

Ile talerzy pan sobie życzy?

- Hoeveel borden wil je?
- Hoeveel borden willen jullie?