Translation of "Mamy" in Dutch

0.016 sec.

Examples of using "Mamy" in a sentence and their dutch translations:

- Mamy dwoje dzieci.
- Mamy dwójkę dzieci.

- Wij hebben twee kinderen.
- We hebben twee kinderen.

Mamy przerębel.

We hebben een visgat.

Mamy go.

Zo, we hebben hem.

Mamy samolot.

Oké, we hebben een vliegtuig.

Mamy helikopter.

We hebben een helikopter.

Mamy wino.

We hebben wijn.

Mamy papieża.

We hebben een paus.

Mamy owoce.

We hebben fruit.

Mamy wiosnę.

Het is voorjaar.

Mamy problem.

We hebben een probleem.

Mamy dziobaka.

We hebben een vogelbekdier.

Mamy gości.

We hebben bezoek.

Mamy czas.

We hebben tijd.

- Nie mamy innego wyjścia.
- Nie mamy wyboru.

We hebben geen andere keus.

Mamy Big Maca, mamy hamburgery z serem.

Er zijn Big Macs, Quarter Pounders met kaas.

I mamy kolację.

En dan kunnen we vanavond eten.

Mamy przerębel. Sprawdźmy!

We hebben een visgat. Kijk.

Co tu mamy?

Wat hebben we hier?

Mamy go, spójrzcie.

Kijk eens.

Mamy szczęście, prawda?

Komt ons goed uit, toch?

Nie mamy czasu.

We hebben geen tijd.

Nie mamy cukru.

We hebben geen suiker.

Mamy wielu przyjaciół.

We hebben veel vrienden.

Mamy jutro egzamin.

We hebben morgen een tentamen.

Mamy trzy minuty.

We hebben drie minuten.

Mamy trzy godziny.

We hebben drie uur.

Nie mamy wyboru.

We hebben geen keus.

Mamy trzy samoloty.

We hebben drie vliegtuigen.

Mamy trójkę dzieci.

Wij hebben drie kinderen.

Mamy tylko herbatę.

We hebben alleen maar thee.

Mamy dwójkę dzieci.

- Wij hebben twee kinderen.
- We hebben twee kinderen.

Nie mamy dowodów.

We hebben geen bewijs.

Nie mamy problemu.

We hebben geen probleem.

Mamy wspólnego przyjaciela.

We hebben een vriend gemeen.

Mamy mnóstwo czasu.

We hebben veel tijd.

Mamy białego kota.

We hebben een witte kat.

Mamy dwie córki.

We hebben twee dochters.

Mamy sześć jajek.

We hebben zes eieren.

Nie mamy wody.

We hebben geen water.

Nie mamy pieniędzy.

We hebben geen geld.

- Szukam prezentu dla mamy.
- Szukam prezentu dla mojej mamy.

Ik zoek een geschenk voor mijn moeder.

Ale nie mamy maczety.

Maar zonder het kapmes.

Więc co mamy zjeść?

Dus, wat eten we?

Więc mamy walczyć? Dobrze.

Dus we gaan vechten? Daar gaan we.

Mamy misję do wypełnienia.

We hebben een missie.

Mamy więc efekt domina.

Er is dus een domino-effect.

Mamy najwięcej do zrobienia.

Wij hebben het meest te doen.

Mamy tu dwie opcje.

Twee opties.

Mamy wśród nas zdrajcę.

Er is een verrader onder ons.

Nie mamy więcej chleba.

We hebben geen brood meer.

Mamy jeszcze mnóstwo czasu.

We hebben nog tijd genoeg.

Wróciłem! O! Mamy gości?

- Ik ben er weer! O, hebben we visite?
- Ik ben er weer! O, hebben we bezoek?

Śniadanie mamy o siódmej.

We ontbijten om zeven uur.

Ile mamy dzisiaj stopni?

Hoeveel graden is het vandaag?

Pobiegłem do mojej mamy.

Ik rende naar mijn moeder.

Rzadko mamy tu śnieg.

Hier valt zelden sneeuw.

Nie mamy nic przeciwko.

We hebben er niets op tegen.

W Walii mamy przysłowie.

In Wales hebben we een spreekwoord.

Mamy kota i psa.

We hebben een kat en een hond.

No to mamy problem ...

Dan hebben we een probleem...

Najgorsze mamy za sobą.

Het ergste is voorbij.

Mamy dziesięć sztuk bydła.

We hebben tien runderen.

Mamy świetną bibliotekę szkolną.

We hebben een geweldige schoolbibliotheek.

Nie mamy czasu czekać.

We hebben geen tijd om te wachten.

Mamy pół tuzina jajek.

We hebben een half dozijn eieren.

Mamy tego samego dentystę.

We hebben dezelfde tandarts.

Mamy mnóstwo wolnego czasu.

We beschikken over veel vrije tijd.

Szukam prezentu dla mamy.

Ik zoek een geschenk voor mijn moeder.

Więc mamy dół na narty.

Dat is de greppel voor de ski's.

Mamy obsesję na punkcie szybkości.

Wij mensen zijn geobsedeerd door snelheid.

I znowu mamy spadek odporności.

dus ook daar zie je die immuundeficiëntie.

Wszyscy mamy w domu koc

Wij allemaal hebben dekens thuis

Dla dorosłych mamy "Starszego pomocnika".

'Senior Helper' is er voor volwassenen.

- Uśmiercacie przemysł. - Mamy też żywe.

Je hebt de industrie verpest. -We hebben ook echte bloemen.

Nie mamy już telefonu stacjonarnego.

We hebben geen vaste telefoonlijn meer.

Mamy rezerwację na szóstą trzydzieści.

We hebben een reservering om half zeven.

Nie mamy tego w Europie.

Dat hebben we niet in Europa.

Nie mamy żadnych dodatkowych pieniędzy.

We hebben geen extra geld.