Examples of using "Ketten" in a sentence and their dutch translations:
Er waren twee onthoudingen.
- Er waren er nog twee over.
- Er bleven er twee over.
Jullie lijken erg op elkaar.
We zijn de enige twee die zijn overgebleven.
Zijn jullie twee geen broers?
Ze gingen allebei weg.
Wij weten het allebei.
Als twee mensen hetzelfde doen, is het niet hetzelfde.
Ze zijn beiden in de kamer.
Beiden begonnen te lachen.