Examples of using "Vagytok" in a sentence and their dutch translations:
Waar zijn jullie?
Jullie zijn Zweeds.
Jullie zijn rijk.
Jullie zijn kinderen.
U bent ziek!
Waar zijn jullie?
Zijn jullie Duits?
Hoe gaat het met u?
Zijn jullie broers?
Jullie zijn monsters.
Zijn jullie studenten?
Jullie zijn jochies.
Wie zijn jullie?
- Zijn jullie nieuwsgierige mensen?
- Zijn jullie nieuwsgierig?
- Ben je nieuwsgierig?
Jullie zijn dokters.
Zijn jullie gelukkig?
Zijn jullie tweeling?
- U bent in gevaar.
- Jullie zijn in gevaar.
Zijn jullie in gevaar?
Zijn jullie allemaal in Berlijn?
Ge zijt allemaal lafaards.
Zijt ge allemaal klaar?
Jullie zijn Duitsers, toch?
- Ben je nog steeds thuis?
- Bent u nog steeds thuis?
- Zijn jullie nog steeds thuis?
Zijt ge allemaal klaar?
Ben je van hier?
Ik weet waar jullie zijn.
Hebben jullie geen dorst?
U bent erg moedig.
Waar komen jullie vandaan?
- Gij zijt nieuwe studenten.
- Jullie zijn nieuwe studenten.
Zijn jullie moe?
Hebben jullie geen honger?
Waar zijn jullie nu?
Ik weet waar jullie zijn.
Ge zijt allemaal lafaards.
Ik weet niet wie u bent.
- Wie bent u?
- Wie zijt gij?
- Wie zijn jullie?
- Wie ben jij?
Jullie zijn heel schattige jongens.
- Zijt ge alleen?
- Ben je alleen?
Zijn jullie ook Duits?
- U bent hier.
- Je bent hier.
Jullie zijn Duitsers, toch?
Hebben jullie dorst?
Ben je nerveus?
Goedenavond, hoe maakt u het?
Ik ben blij dat jullie er allemaal zijn.
Jullie zijn allemaal lafbekken.
"Hallo broers, ik hoop dat het goed met jullie gaat.
- Jij bent in gevaar.
- U bent in gevaar.
- Jullie zijn in gevaar.
Ik ben blij dat je hier bij mij bent.
Zijn jullie echt verwant?
Zijn jullie twee geen broers?
Waarom zijn jullie nog steeds hier?
Jullie zijn Duitsers, toch?
- Ben je Amerikaans?
- Bent u Amerikaans?
- Zijn jullie Amerikaans?
- Waar ben je?
- Waar zijn jullie?
Zijn jullie er nog steeds?
Jullie zijn idioten.
- Ben je thuis?
- Bent u thuis?
- Zijn jullie thuis?
- Hebt u dorst?
- Heb je dorst?
- Hebben jullie dorst?
- Jij bent mijn vijand.
- Je bent mijn vijand.
- U bent mijn vijand.
- Ben je blij?
- Ben je gelukkig?
- Zijn jullie gelukkig?
- Bent u gelukkig?
- Bent u blij?
- Zijn jullie blij?
- Heeft u honger?
- Heb je honger?
- Je bent dronken.
- U bent dronken.
- Jullie zijn dronken.
Ben je klaar?
Jij bent mijn enige hoop.
- Ben je Hongaars?
- Bent u Hongaars?
- Zijn jullie Hongaars?
- Waarom ben je zo moe?
- Waarom bent u zo moe?
Jullie zijn idioten.
Voel je je ziek?
Verveel je je niet wanneer je alleen bent?
- Hoe gaat het?
- Hoe gaat het met je?
- Hoe gaat het ermee?
- Hoe gaat het met u?
- Hoe gaat het met jullie?
Ben je zeker dat je mijn hulp niet nodig hebt?