Examples of using "400" in a sentence and their dutch translations:
In 400 voor Christus werden tempels voor genezing opgericht
zo'n 400.000 jaar na de oerknal.
Dat is maar goed ook. Hij kan wel 400 meter afleggen voor een partner.
Het menselijke equivalent van een rondreis van 400 kilometer. Elke avond.
Maar niet helemaal. Het licht van de volle maan is 400.000 keer zwakker dan dat van de zon.
Vol maanlicht is 400.000 keer zwakker dan de zon. Maar genoeg om bij te zien.