Examples of using "Nation" in a sentence and their dutch translations:
In 1975 werd Angola een vrije staat.
De Verenigde Staten werden een natie in 1776.
Vandaag is een dag van rouw voor de hele natie.
En de koolvis-visserij is de grootste visserij van het land,
Dat vormde onze geschiedenis en onze nationale aard.
Ik begon in Zuid-Louisiana, met de United Houma Nation.
In 1806 kwam er een einde aan het Heilige Roomse Rijk.
De natie is duidelijk diep gesplitst tussen voor- en tegenstanders van de brexit: Engeland en Wales tegen Schotland en Noord-Ierland, platteland tegen de stad, ouderen tegen jongeren, mensen met een basisopleiding tegen hen met een hogere opleiding, zelfs familielid tegen familielid.