Examples of using "Unser" in a sentence and their dutch translations:
met het outsourcen van ons geluk
- Gecondoleerd.
- Onze deelneming.
Woede heeft invloed op ons immuunsysteem, ons cardiovasculair systeem.
Onderbreek ons gesprek niet.
- Hij is onze buurman.
- Dat is onze buurman.
is onze geest
en met het outsourcen van ellende
van onze ellende.
Gecondoleerd!
- Onze boot zinkt.
- Onze boot is aan het zinken.
- Onze trein stopte plotseling.
- Plots bleef onze trein staan.
Tom is onze jongste zoon.
- Tom is onze jongste.
- Tom is ons jongste kind.
Tom is onze oudste.
Onze jachtclub heeft tien leden.
Ons restaurant is het beste.
Ons project is in het water gevallen.
- Onze buur kwam net terug.
- Onze buurman kwam net terug.
Het hangt van onze geestestoestand af
Daar is hij.
We hebben een visgat.
Onze strijd gaat door...
Daar gaat onze bus.
Hij is onze leraar Engels.
Dat is ons huis.
George is onze teamleider.
Onze benzine is op.
Daar is onze bus.
Tom was onze klusjesman.
Onderbreek ons gesprek niet.
Dat is onze vader.
Dit is ons huis.
Ons geld is weg.
Ons eten is goedkoop.
Dit is ons hoofddoel.
Onze zoon stierf in de strijd.
Ons team heeft verloren.
Dit is ons land.
Onze tv doet het niet.
Dat is onze planeet.
Tom is onze vriend.
Onze winkel is groot.
Plots bleef onze trein staan.
Dat is ons kasteel.
Dit is onze droom.
Didymus is onze leider.
Hij is onze buurman.
Dat is onze buurman.
- Onze zoon is gestorven tijdens de oorlog.
- Onze zoon stierf in de oorlog.
- Onze zoon is in de oorlog gestorven.
Onze zoon is in de oorlog omgekomen.
Onze zoon is in de oorlog gestorven.
zal ons geluk zeer onstabiel zijn,
en onze sociale systemen herstructureren op een meer rechtvaardige manier,
Omdat gevoelens de reikwijdte aangeven van óns gezag
Maar toch domineert het ons leven.
...en onze toewijding gaat door.
...van de moeilijke omstandigheden waar we mee te maken hadden...
Muziek maakt ons leven gelukkig.
Onze trein kwam op tijd.
Laten we onze kamer kuisen.
Al ons eten was verrot.
Meneer Brown is onze leraar Engels.
Onze leraar Engels is altijd op tijd.
Hij is niet onze vijand.
Onze trein stopte plotseling.
We hebben ons best gedaan.
Zijn we ons geld vergeten?
Ons land produceert veel suiker.
Al ons geld is weg.
Ons vliegtuig vliegt naar het zuiden.