Translation of "Geschichte" in Dutch

- Geschichte wiederholt sich.
- Die Geschichte wiederholt sich.

De geschiedenis herhaalt zich.

- Diese Geschichte ist wahr.
- Diese Geschichte stimmt.

- Dit is een waargebeurd verhaal.
- Dit verhaal is waar.

- Die Geschichte endete plötzlich.
- Die Geschichte endete unversehens.
- Die Geschichte endete unvermittelt.

Het verhaal eindigde plotseling.

- Die Geschichte endet gut.
- Die Geschichte endet glücklich.

Het verhaal eindigt gelukkig.

Geschichte wiederholt sich.

De geschiedenis herhaalt zich.

Tolle Geschichte, Alter.

Wat een gaaf verhaal, maat.

- Kann jemand Ihre Geschichte bestätigen?
- Kann einer deine Geschichte bestätigen?
- Kann einer Ihre Geschichte bestätigen?
- Kann jemand deine Geschichte bestätigen?

Kan iemand uw verhaal bevestigen?

- Was für eine seltsame Geschichte!
- Was für eine bizarre Geschichte!

- Wat een raar verhaal!
- Wat een bizar verhaal!

- Sie kannte die Geschichte schon.
- Sie kannte die Geschichte bereits.

Ze kende dat verhaal al.

- Er hat sich die Geschichte ausgedacht.
- Er hat sich diese Geschichte ausgedacht.
- Er hat diese Geschichte erfunden.

Hij verzon dat verhaal.

Diese Geschichte kennen Sie.

Je hebt dit verhaal eerder gehoord.

Erzähl mir die Geschichte.

Vertel me het verhaal.

Jeden interessierte die Geschichte.

Iedereen was geïnteresseerd in het verhaal.

Die Geschichte klingt glaubwürdig.

- Dat verhaal klinkt geloofwaardig.
- Het verhaal klinkt echt.

Er studiert Amerikanische Geschichte.

Hij studeert Amerikaanse geschiedenis.

Seine Geschichte ist wahr.

Zijn verhaal is waar.

Seine Geschichte klingt seltsam.

- Zijn verhaal klinkt raar.
- Zijn verhaal klinkt vreemd.

Seine Geschichte war erfunden.

Zijn verhaal was verzonnen.

Seine Geschichte war interessant.

Zijn verhaal was interessant.

Ist seine Geschichte wahr?

Is zijn verhaal waar?

War ihre Geschichte wahr?

Was haar verhaal waar?

Gibt es objektive Geschichte?

Bestaat objectieve geschiedenis?

Ich möchte Geschichte studieren.

Ik wil geschiedenis studeren.

Tom gefiel Marys Geschichte.

Tom genoot van Mary's verhaal.

Seine Geschichte klingt glaubwürdig.

Zijn verhaal klinkt correct.

Die Geschichte wiederholt sich.

De geschiedenis herhaalt zich.

Wir kennen die Geschichte.

We kennen het verhaal.

Die Geschichte endet gut.

Het verhaal eindigt goed.

- Allgemein gesagt: Geschichte wiederholt sich.
- Im Allgemeinen wiederholt sich die Geschichte.

In het algemeen herhaalt de geschiedenis zichzelf.

- Frau Thomas lehrt uns Geschichte.
- Frau Thomas bringt uns Geschichte bei.

Juffrouw Tomas leert ons geschiedenis.

- Ein Teil seiner Geschichte ist wahr.
- Ein Teil ihrer Geschichte ist wahr.

- Een deel van zijn verhaal is waar.
- Een deel van haar verhaal is waar.

- Er unterrichtete Geschichte in der Schule.
- Er unterrichtete Geschichte an der Schule.

Hij gaf geschiedenis op school.

Die Geschichte, die uns kleinhält,

het verhaal dat ons klein houdt

Die Lektion der Geschichte lautet:

Dit hebben we geleerd.

Keine neue Geschichte der Restauration!

Geen nieuw restauratieverhaal!

Ich erzähle Ihnen eine Geschichte.

Ik ga u een verhaaltje vertellen.

Kann seine Geschichte wahr sein?

Kan zijn verhaal waar zijn?

Was für eine traurige Geschichte!

Wat een triest verhaal.

Es ist eine unglaubliche Geschichte.

Dat is een ongelofelijk verhaal.

Niemand wird seine Geschichte glauben.

Niemand zal zijn verhaal geloven.

Was für eine seltsame Geschichte!

- Wat een raar verhaal!
- Wat een bizar verhaal!

Dies ist eine wahre Geschichte.

Dit is een waargebeurd verhaal.

Die Geschichte wurde immer spannender.

Het verhaal werd spannender en spannender.

Ich glaube diese Geschichte nicht.

Ik geloof dit verhaal niet.

Kann jemand Ihre Geschichte bestätigen?

Kan iemand uw verhaal bevestigen?

Das ist eine wahre Geschichte.

Het is een waargebeurd verhaal.

Die Geschichte war sehr interessant.

Het verhaal was heel interessant.

Das ist eine nette Geschichte.

- Dat is een mooi verhaal.
- Dat is een leuk verhaal.

Ich mag Erdkunde und Geschichte.

- Ik houd van aardrijkskunde en geschiedenis.
- Ik hou van aardrijkskunde en geschiedenis.

Das war eine herzzerreißende Geschichte.

Dat was een hartverscheurend verhaal.

Ich kenne die ganze Geschichte.

Ik ken het hele verhaal.

Ich glaube dieser Geschichte nicht.

Ik geloof dat verhaal niet.

Seine Geschichte amüsierte uns sehr.

Zijn verhaal heeft ons erg vermaakt.

Die Geschichte geht gut aus.

Het verhaal loopt goed af.

Ich traue seiner Geschichte nicht.

Ik vertrouw zijn verhaal niet.

Was für eine bizarre Geschichte!

Wat een bizar verhaal!

Italien hat eine reiche Geschichte.

Italië heeft een rijke geschiedenis.

- Glauben Sie, ihre Geschichte sei eine Lüge?
- Meinen Sie, ihre Geschichte sei erlogen?

Denk je dat wat zij zei gelogen was?

- Ich denke, dass die Geschichte wahr ist.
- Ich denke, die Geschichte ist wahr.

Ik denk dat het verhaal waar is.

- Ich interessiere mich für die Geschichte Asiens.
- Ich habe Interesse an asiatischer Geschichte.

- Ik interesseer mij voor de geschiedenis van Azië.
- Ik ben geïnteresseerd in de geschiedenis van Azië.

- Ich kenne das Ende der Geschichte nicht.
- Ich weiß nicht, wie die Geschichte ausgeht.

Ik ken het eind van het verhaal niet.

Zu oft endet die Geschichte hier.

Te vaak eindigt het verhaal hier.

Die Geschichte, die wir erzählen müssen,

Het verhaal dat wij moeten vertellen

Aber die Helden der Geschichte, wir,

Maar wij, de helden van het verhaal,

Wenn wir diese Geschichte richtig erzählen,

Als we dat verhaal goed vertellen,